Van 26 t/m 29 april 2012 bezocht mensenrechtenadvocaat James C. Harrington Nederland. Hij deed dit in het kader van de Nederlandse vertaling van het boek “Worstelen met vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en democratie in Turkije – de politieke processen en de tijd van Fethullah Gülen”. Rondom zijn bezoek werd een aantal activiteiten georganiseerd.

Tijdens een bijeenkomst in Nieuwspoort gaf Harrington toelichting aan een aantal journalisten, juristen academici en vertegenwoordigers van civil society organisaties, en gaf antwoord op al hun vragen.


Over James C. Harrington
James C. Harrington is een mensenrechtenadvocaat met bijna veertig jaar ervaring. Hij is oprichter en directeur van het Texas Civil Rights Project. Hij doceert al vijfentwintig jaar aan The School of Law, University of Texas in Austin, VS. Harrington heeft belangrijke burgerrechten cases behandeld en schrijft en publiceert op grote schaal. Hij heeft gewerkt in mensenrechtendelegaties in verschillende gebieden van de wereld.

Bestellen
Het boek is te bestellen via Platform INS voor € 18,50 (excl. verzendkosten). Voor meer informatie of bestellen: info@platformins.nl


Datum:             28 april 2012
Spreker:        James Harrington
Locatie:            Nieuwspoort te Den Haag
Aantal deelnemers:    20

[nggallery id=40]

James Harrington* gaf een boekpresentatie in Rotterdam tijdens zijn bezoek aan Nederland, om de Nederlandse vertaling van zijn boek te promoten: “Worstelen met vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en democratie in Turkije – de politieke processen en de tijd van Fethullah Gülen”. Er waren ongeveer 150 belangstellenden aanwezig om het verhaal van Harrington te horen. Het publiek bestond uit een mix van jong en oud, zowel studenten als professionals.

Harrington startte de avond met een inhoudelijke samenvatting van het boek. 
Antropoloog en vredesactivist Hans Feddema** reflecteerde hierop en gaf zijn visie op de relatie tot de Nederlandse context. Na de twee presentaties was er de mogelijkheid voor het publiek om vragen te stellen aan beiden.

Harrington vertelde hoe hij als mensenrechtenactivist geïntegreerd was geraakt door het rechtsproces van Gülen dat in Turkije had plaatsgevonden. Volgens hem gaat het vooral over het spanningsveld tussen godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

In zijn onderzoek is Harrington een bijzonder fenomeen tegengekomen, dat hij omschrijft als de ‘witte Turken tegenover de zwarte Turken’. Hiermee bedoelt hij de gevestigde orde van de oudere generatie uit Istanbul en Ankara (witte Turken) versus de nieuw opkomende middenklasse uit het Anatolische gedeelte van Turkije (zwarte Turken). Hij geeft aan dat de ‘witte Turken’ geen macht en rijkdom willen delen met ‘zwarte Turken’. In deze machtsstrijd is er een lastercampagne gestart tegen Gülen om hem en de mensen die door hem geïnspireerd worden te stoppen om ook te stijgen in de maatschappij. Eén van de voorbeelden van de aanklachten tegen Gülen in het proces die Harrington hiervoor gaf was dat Gülen door middel van infiltratie in de politie meer macht en controle zou willen hebben in de staat. Harrington vergelijkt dit met politieagenten in Amerika die een katholieke achtergrond hebben. ‘Omdat zij een katholieke achtergrond hebben, betekent het toch ook niet dat zij de Amerikaanse staat willen omverwerpen naar een katholieke staat’.

Volgens Harrington speelden mediamagnaten – oude garde behorend tot de ‘witte Turken’ – een grote rol bij het rechtsproces. Tijdens het proces werd vaak uitgegaan van uitspraken en artikelen in de media, waarbij helemaal geen feiten aangehaald werden. De media en de aanklagers speelden op het sentiment ‘waar rook is, is vuur’. Gülen werd aangeklaagd omdat hij het artikel 146 van het Turkse Wetboek van Strafrecht zou hebben overtreden. Dit artikel betekent dat het ‘strafbaar is om te proberen de seculiere constitutionele structuur van het land te vervangen door een systeem dat is gebaseerd op religie’ (Harrington 2012: 105). Gülen is hiervan diverse malen beschuldigd, maar ook iedere keer weer vrijgepleit door de Turkse gerechtshoven.

Harrington sloot zijn presentatie af met een citaat van Naom Chomsky over Turkije: ‘I know of no other country where leading writers, artists, journalists, academics and other intellectuals have compiled such an impressive record of bravery and integrity in condemning crimes of the state, and going beyond to engage in civil disobedience to try to bring oppression and violence to an end, facing and sometimes enduring severe repression, and then returning to the task.’ (From ‘Remembering Howard Zinn’, Resist Newsletter, maart-april 2010).

Vervolgens gaf Hans Feddema zijn visie op het boek. De kern van zijn speech 
spitste zich vooral toe op het gezegde dat ‘grote geesten argwaan oproepen, zeker als ze gestalte geven aan een beweging’. Dit is hoe hij de situatie ziet van wat zich in Turkije afgespeeld heeft en nog steeds afspeelt, maar ook hoe in Nederland aangekeken wordt tegen Gülen. De ideeën van Gülen worden door sommige mensen als storend of bedreigend gezien. Een van deze ideeën is het aangaan van dialoog met verschillende mensen. Deze dialoog heeft inmiddels veel bijgedragen aan de beeldvorming in Nederland over Turkije. Feddema gaf aan dat het ‘een must is voor iedereen in Nederland het boek van Harington te lezen’ om de huidige situatie in Turkije beter te begrijpen.

Deze aanbeveling  sluit ook aan bij de woorden die Michael E. Tigar (emeritus hoogleraar recht aan de Duke Law School en emeritus hoogleraar Recht aan de Rechtenuniversiteit in Washington) in het voorwoord schreef. Volgens hem heeft het boek van Harrington bijgedragen aan meer ‘inzicht en begrip’ voor wat er zich in Turkije heeft afgespeeld. Hij ziet een strijd tussen ‘de seculiere en religieuze elementen in Turkije’ en vindt dat Amerika hier veel lessen kan leren voor het eigen binnen- en buitenlandse beleid.

Tijdens de vraag- en antwoord-ronde werden diverse vragen gesteld, zowel aan Harrington als aan Feddema.

Zo was er een kritische vraag over de objectiviteit van Harrington bij het schrijven van zijn boek. Harrington gaf aan dat hij al 40 jaar actief is om mensenrechten wereldwijd onder de aandacht te brengen, waarbij hij ook talloze malen zijn eigen regering (VS) kritisch besproken heeft. Zijn aanpak bij het schrijven van dit boek was niet anders, hij zei te hopen dat zijn lange staat van dienst vertrouwen geeft over de kwaliteit van zijn werk. 
Daarnaast wordt volgens Harrington wat hij zegt onderschreven door vele prominente figuren in de VS. Hij vertelde dat hij opgroeide in een milieu waar islamkritiek hoogtij vierde en islam slechts geassocieerd werd met Iran. Turkije en de Turkse moslims kende men nog niet. Tegenwoordig heerst dat beeld nog steeds veel in VS, maar er komt verandering in. Vanuit zijn conservatieve thuisstaat Texas werden veel kennismakingsreizen naar Turkije georganiseerd. Duizenden bezochten Turkije en leerden daar de meer gematigde Turkse islam kennen. Toen op enig moment veel kritiek op de Gülen geïnspireerde scholen in Texas opkwam, hadden veel mensen, waaronder politici, vanuit eigen ervaring al een ander beeld. Zij legden de verwijten over de scholen naast zich neer en geloofden de negatieve verhalen niet. De scholen zijn door hun hoge kwaliteit nog steeds immens populair in Texas, met lange wachtlijsten van Amerikanen van alle achtergronden.

Aan Hans Feddema werd de vraag gesteld of hij overeenkomsten ziet tussen 
de lastercampagne tegen Gülen  in Turkije, zoals Harrington die beschrijft, en de situatie in Nederland. Volgens Feddema heeft de oude elite in Turkije veel contacten in Europa. Zij zijn in het westen het gezicht van Turkije voor vele media. Zij hebben daarom een sterke invloed op de publieke opinie, tevens over Gülen. Dat gebeurt volgens hem in zekere zin dus ook in Nederland.

Vervolgens stelde iemand uit de zaal een vraag over de huidige grondwet in Turkije. Harrington legde uit dat de huidige grondwet is geschreven door de generaals na de coup van 1980. Vandaag de dag is die grondwet nog steeds niet veranderd. “Echter heb ik geen ander land gekend dat binnen vijftien jaar zo’n democratische verandering meemaakte. Maar: de AK partij moet opschieten met het maken van een nieuwe grondwet, want ze blijven niet eeuwig aan de macht.”

Transparantie van de Gülenbeweging was een ander issue tijdens deze avond. Harrington gaf een voorbeeld over een ondernemer in Izmir (Turkije) die hem vertelde dat hij financieel steun verleende aan de bouw van een nieuw school in Nigeria, terwijl een andere ondernemer uit Izmir een initiatief in Ghana ondersteunde. Op zijn vraag wie bepaalde waar de hulp naar toe gaat, gaf de ondernemer aan dat zij daar in Izmir regelmatig onderling over overleggen. “Dat laat zien hoe het vrijwilligerswerk wordt voorgezet op een transparante manier en zonder de bemoeienis van een centrale figuur zoals dat vaak wordt voorgesteld.”

Hans Feddema sloot af  met een advies aan de aanhangers van de beweging: ‘Wees trots op de soefi gedachten van de beweging, wees jezelf en blijf de dialoog en educatie voorop stellen in je leven. Nederlanders zullen vroeg of laat de beweging als voorbeeld nemen.’

Bestellen
Het boek is te bestellen via Platform INS voor 18 euro 50 (excl. verzendkosten). Voor meer informatie of bestellen: info@platformins.nl

*Over James C. Harrington
James
C. Harrington is een mensenrechtenadvocaat met bijna veertig jaar ervaring. Hij is oprichter en directeur van het Texas Civil Rights Project. Hij doceert al vijfentwintig jaar aan The School of Law, University of Texas in Austin, VS. Harrington heeft belangrijke burgerrechten cases behandeld en schrijft en publiceert op grote schaal. Hij heeft gewerkt in mensenrechtendelegaties in verschillende gebieden van de wereld.

**Over Hans Feddema

Hans Feddema is antropoloog, oud-docent niet-westerse sociologie aan de VU en vredesactivist. Hij is medeoprichter van GroenLinks en initiatiefnemer van De Linker Wang, de landelijke religiewerkgroep van GroenLinks. Hij publiceert regelmatig (zie ook www.hansfeddema.nl).


Datum:                       27 april 2012
Spreker:                      James Harrington en Hans Feddema
Locatie:                      Rotterdam
Aantal deelnemers:    150

[nggallery id=41]

Prof. Dr. Paul Weller verzorgde tijdens een brunch met een groep journalisten een presentatie over zijn onlangs verschenen boek “European Muslims, Civility and Public Life: Perspectives on and From the Gülen Movement”. Vertegenwoordigers van verschillende media zoals NOS nieuws, dagblad Zaman en diverse freelance-journalisten waren hierbij aanwezig.

Prof. Weller lichtte eerst toe waar de titel van het boek voor staat; de Europese moslims over het algemeen en de Gülenbeweging in het bijzonder. Wat heeft de beweging bijgedragen aan de integratie van Europese moslims? In het boek komt vanuit insider én outsider perspectief onder andere naar voren hoe een moslim kan bijdragen aan een harmonieuze samenleving en hoe Gülen gedeelde waarden en wereldburgerschap promoot. Weller onderstreept verder in zijn boek hoe de boodschap van dialoog en vrede – waar Gülen het over heeft – geweld en terrorisme uitdaagt.

Na een korte inleiding ging het gesprek verder met vragen van de journalisten aan Paul Weller over de Gülenbeweging. 
Er kwam een vraag waarom de positie van de vrouw in de Gülenbeweging geen plaats heeft gekregen in het boek. Weller vond dit een terechte opmerking. Het boek is in die zin “gender blind”.
Het belangrijkste aandachtspunt voor de Gülenbeweging is ongetwijfeld “harmonie”. Wat Weller fascineert is dat de organisaties geïnspireerd door de beweging niet ontstonden als reactie op de aanslagen van 11 september, maar een veel langere traditie kennen. De motivatie van de vrijwilligers binnen de beweging komt voort uit de Islam en de vredige boodschap van de Islamitische mystiek.

Op een vraag over de identiteit van de Gülenbeweging antwoordde Weller:”In verschillende landen wordt bediscussieerd of de beweging Turks georiënteerd is. Ik kan zeggen dat ik mensen ken in de beweging die geen moslim of Turks zijn maar zich nog steeds geroepen voelen door de boodschap van vrede waar de beweging voor staat. Wel is te bekennen dat het hier gaat om een Islam met Turkse invloeden. Maar ja, verschillende interpretaties zijn geoorloofd binnen de Islam.” Verder is getracht om de beweging te vergelijken met conservatieve bewegingen in de islam en andere religies. Maar Gülen kan niet vergeleken worden met een traditionele soefimeester omringd door discipelen.  “De beweging kan het beste beschreven worden als een ‘loose network’ van verschillende personen en organisaties.”

Het gesprek werd steeds boeiender en de journalisten kregen de moed om wat diepere vragen te stellen. Wanneer ben je namelijk lid van deze beweging? Als je geld doneert? Volgens Paul Weller kun je de Gülenbeweging ook op dit punt niet analyseren vanuit een traditionele optiek. Er zijn namelijk mensen die de beweging actief en minder actief steunen, mensen die geld doneren, vrijwilligerswerk doen of slechts aanhanger zijn die de beweging emotioneel steunen. Over dit punt vertelde een vrijwilliger van de Dialoog academie dat er geen lidmaatschap bestaat in de beweging. “Ik zou het eerder een filosofie noemen dan een beweging. Dat dekt de lading namelijk beter”, aldus de vrijwilliger.

Over de financiële transparantie en openheid in de beweging werd verteld dat hedendaagse wetten en regels het bijna onmogelijk maken voor een stichting of vereniging – van welke signatuur dan ook – om financieel niet transparant te zijn. Zeker aan de islam verwante organisaties worden extra in de gaten gehouden. Een organisatie zoals de Dialoog Academie moet zoals iedere stichting actief achter sponsoring en donaties aangaan en het vooral hebben van lokale geldschieters. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, hebben organisaties uit de Gülenbeweging het dus financieel helemaal niet zo ruim.


Datum:             24 maart 2012
Sprekers:        Prof.dr. Paul Weller
Locatie:            Rode Hoed te Amsterdam
Aantal deelnemers:    20

Op 17 april kwamen talentvolle en leergierige jongeren van het CDJA op bezoek bij stichting Islam & Dialoog. De avond begon aan tafel en werd er onder het genot van een goede maaltijd kennis gemaakt. Allerlei onderwerpen kwamen aanbod aangaande de overbrugging van de kloof tussen moslims en christenen en de rol van Islam en Dialoog. Verder werd er ook gesproken over de leerzame uren die de jongeren van het CDJA al achter de rug hadden bij de Migrantenkerk. Het feestmaal werd vervolgd met een debat in de conferentiezaal.

Scheiding van kerk en staat was het onderwerp waarover een korte introductie is gegeven door Adem Simitci, bestuurskundige en filosoof.


Datum:  17 april 2012
Locatie:  Rotterdam
Partner(s): CDJA

Datum: april 2012
Partner(s):              VU Connected
Locatie: Rotterdam
Aantal deelnemers: 40


Is het Allah die geweld aanmoedigt? Worden gewelddadige conflicten in de wereld veroorzaakt door religie? Is er sprake van een botsing tussen de Islam en het westen? Is religieuze identiteit de belangrijkste bron van conflicten in de wereld? Is God een God van wraak en vergelding waarop de drie grote wereldreligies zich kunnen beroepen of wordt die ‘Ene’ juist gekenmerkt door liefde en ontferming?

Dit waren de hamvragen waarop prof. dr. Anton Wessels (hoogleraar Godsdienstwetenschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam tussen 1978 tot 2002) antwoord probeerde te vinden tijdens de thema-avond die werd georganiseerd in samenwerking met VU Connected.