‘… daarom hebben wij veel mensen nodig die blijven bouwen. Om de chaos en wanhoop te genezen, om de samenleving sterker te maken, sterker in vertrouwen.’

Op dinsdag 18 september 2012 heeft Islam & Dialoog bijgedragen als mede organisator aan de Prinsjesdagviering in de Grote Kerk te Den Haag. Het gemêleerde gezelschap bij deze interlevensbeschouwelijke bezinningsbijeenkomst bestond onder andere uit Minister President Rutte, verscheidene Kamerleden, maar ook veel scholieren en ouderen.

Het thema van dit jaar was: ‘Bouwen met vertrouwen’. Hieronder werd de behoefte voor vertrouwen in de maatschappij bedoeld. Zoals Ineke Bakker, voorzitter Stichting Prinsjesdagviering, het verwoordde: ‘[…] vertrouwen dat de toekomst dankzij de zorg van mensen voor elkaar – ondanks alle problemen en moeilijkheden – positief zal zijn’.

Het belang van alle samenwerkende organisaties is met het volgende citaat uit de toespraak van Islam & Dialoog uit te leggen:

‘Tegenover de bouwers zijn er helaas ook de afbrekers of vernietigers. Hun werk is gemakkelijk. Hun product is angst. Wat duizenden mensen in vele jaren met zweet en tranen hebben gebouwd, kunnen zij in hun eentje in enkele seconden teniet doen, met chaos en wanhoop als gevolg. Daarom hebben wij veel mensen nodig die blijven bouwen. Om de chaos en wanhoop te genezen, om de samenleving sterker te maken, sterker in vertrouwen’.

Aan deze viering hebben o.a. de volgende organisaties samengewerkt: Raad van Kerken; Stichting Islam en Dialoog; Verbond van Liberaal Religieuze Joden; Humanistisch Verbond; Sanatan Dharm Platform; Arya Samaj Platform; Bahá’í Gemeenschap; Brahma Kumaris Spirituele Academie; Boeddhistische Unie; en Soefi-beweging. De samenwerkende organisaties hebben allen een toespraak, gebed, meditatie of lied voorgedragen. Tijdens de viering hebben ook twee verschillende koren (betrof de ‘Mama Verhalenkoor’ onder leiding van Astrid Seriese en de ‘Goudse Waarden Singers’ onder leiding van Robert Vuijk ) een muzikale bijdrage geleverd.

Met verschillende perspectieven hebben de deelnemers proberen aan te geven hoe iedereen in Nederland gezamenlijk aan een nieuw vertrouwen samen kunnen werken.

Het proces tegen Gülen
. De naam van de islamitische intellectueel Gülen en zijn vrijwilligersbeweging (Hizmet) roept al jarenlang in binnen- en buitenland discussie op. Een discussie die in Turkije zelf uitmondde in een jarenlange juridische vervolging. De mensenrechtenactivist James C. Harrington (werkzaam bij The School of Law aan de University of Texas in Austin, USA) beschrijft in zijn boek “Worstelen met vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en democratie in Turkije. De politieke processen en de tijd van Fethullah Gülen” de methoden en technieken die de gevestigde orde in Turkije aanwendde om de persoon Fethullah Gülen en deze beweging aan te pakken. Zo begon in 2000 in Ankara het proces tegen Fethullah Gülen. Het begin van een langdurige zaak die pas in 2008 zou eindigen met vrijspraak voor deze Turkse geleerde.

Harrington geeft eerst in vogelvlucht inzicht in de recente Turkse geschiedenis om de historische achtergronden te kunnen duiden van de vraag waarom deze vreedzame beweging met zo’n felheid te maken heeft gehad. Vervolgens geeft hij een overzicht van de opzet en werkwijze van het Turkse rechtssysteem om de moeilijkheden en het kafkaëske karakter van de jarenlange rechtsgang aanschouwelijk te maken. In de beschuldigingen werd de Gülen-beweging enerzijds weggezet als een groep anti-nationalistische samenzweerders, die als spionnen voor de Amerikanen proberen de Turkse rechtsstaat te ondermijnen en anderzijds als islamitische infiltranten die steeds meer volgelingen op centrale plaatsen in de samenleving wegzetten om zodoende op enig moment alle macht te kunnen overnemen en een islamitische staat te vestigen. Twee nogal tegenstrijdige aantijgingen, maar in de Turkse samenleving, die sterk in twee kampen verdeeld is, een doeltreffende werkwijze. Voor elk wat wils.



Islamofobie en de Gülen-beweging
De werkwijze sloeg ook direct aan in andere landen. In augustus 2011 liet het Center for American Progress (een onafhankelijke denktank en onderzoeksinstelling) een opzienbarend rapport verschijnen onder de titel “Fear, Inc. The Roots of the Islamophobia Network in the USA”. Daarin wordt uitgebreid belicht op welke manieren inlichtingendiensten en hun geestverwanten de publieke opinie weten te manipuleren. Inclusief de enorme kapitaalstromen die deze diensten en personen blijkbaar ter beschikking staan om elk anti-islamitisch geluid van voldoende financiën te voorzien. Geld dat overigens niet binnen de Amerikaanse staatsgrenzen blijft circuleren, maar ook overvloedig richting West-Europa vloeit.

De invloed van deze kapitaalstromen en het communicatie-bombardement dat daaruit wordt gegenereerd is overweldigend en uiterst effectief. Zeker in een wereld die na de Twin Towers en het daadwerkelijke islamitische fundamentalisme en terrorisme erg bevattelijk is voor elk bericht met een nieuwe bedreiging uit islamitische hoek. Het rapport heet niet voor niets “Fear, Inc”. Voor de complete buitenstaander is het onmogelijk waar en onwaar van elkaar te scheiden; zelfs van degenen van wie men mag verwachten dat ze beter geïnformeerd zijn is het, mild geformuleerd, de vraag of zij zich ook niet te veel hebben laten manipuleren. Opvallend vaak wordt weer verwezen naar wat Turkse bronnen en rapporten melden.

Een paar Nederlandse voorbeelden. In januari 2009 geeft Anita Fähmel, raadslid voor Leefbaar Rotterdam, een dossier uit over de beweging, dat een opsomming geeft van haar pogingen om twee jaar lang de beweging in Nederland te verbieden. In december 2010 bepleit het SP-Kamerlid Sadet Karabulut dat alle overheidssteun aan instellingen die aan de Gülen-beweging zijn gelieerd, wordt stopgezet. Ze spreekt over: intimidatie van kinderen, streng Turks nationalisme, religieus fundamentalisme, vrouwonvriendelijkheid en gerichtheid tegen elke integratie. En nog in maart 2012 schrijft Arjen van der Ziel, correspondent van De Volkskrant, in een van zijn bijdragen over “de schimmige Gülen-beweging, die wordt geleid door de conservatieve Turkse moslimgeleerde Fethullah Gülen, die in ballingschap in de Verenigde Staten leeft. De beweging runt een wijdvertakt netwerk van scholen, bedrijven en media en heeft de laatste jaren steeds meer macht veroverd in Turkije. Gülen-aanhangers hebben inmiddels veel invloed binnen de politie en de rechterlijke macht en bezetten sleutelposities in de overheid. Ze proberen nu ook greep te krijgen op de inlichtingendienst.” Eerder had schrijfster en journaliste Betsy Udink zich in soortgelijke bewoordingen in dezelfde krant uitgelaten.

Alle machinaties waarvan de Gülen-beweging in Turkije last ondervindt en die Harrington in zijn boek bespreekt, zijn in deze voorbeelden terug te vinden. Lees het boek van Harrington en het kan niet anders dan dat u in het vervolg iets anders denkt over de berichtgeving, ook in de betere Nederlandse dagbladen en tv-rubrieken.



Waarom is men in Turkije zo bang voor de Gülen-beweging?

Harington toont overtuigend aan dat het proces vooral gezien moet worden als het resultaat van de strijd tussen twee rivaliserende kampen in Turkije.

Enerzijds is er de gevestigde orde die een kleine honderd jaar geleden met de revolutie van Kemal Atatürk aan de macht kwam. Hun macht concentreert zich sterk in de media, het leger, de politie en de inlichtingendiensten. Als basiskenmerk gold aanvankelijk een sterke oriëntatie op Europa. Begin vorige eeuw kwam dat tot uiting door de vervanging van het Arabische schrift door het Latijnse schrift, de invoering van een burgerlijk wetboek, een strikte scheiding tussen kerk en staat, invoering van de vrije zondag in plaats van de vrije (islamitische) vrijdag, invoering van algemeen kiesrecht, afschaffing van het kalifaat, ontbinding van de moslim-broederschappen, de verturksing van de gebeden in de moskee en invoering van bepaalde kledingsvoorschriften en -verboden. De elite uit dit kamp schroomde niet naar het middel van een staatsgreep te grijpen zodra de verworvenheden van de revolutie, en niet te vergeten hun eigen machtspositie, in gevaar kwamen.

Anderzijds is er het kamp dat streeft naar verdergaande democratisering, waarbij ook meer ruimte mogelijk is voor religie. Het eerste betekent al een flinke bedreiging voor een sociaal-economische machtspositie. Ook de sterk antireligieuze houding staat echter onder druk. Honderd jaar kemalistische revolutie heeft niet ongedaan gemaakt dat Turkije nog steeds een  overwegend islamitisch land is en dat mensen daaraan vrijelijk uiting willen geven. Op zichzelf voor het ancien régime al voldoende aanleiding deze ontwikkeling argwanend te bekijken. In een tijd dat het Midden-Oosten echter een turbulente periode doormaakt, wordt dat als zeer bedreigend gezien en wordt al snel gevreesd dat gaat gebeuren wat in enkele buurlanden is gebeurd of heel erg dreigt: afschaffing van de bovengenoemde verworvenheden. Om zichzelf te legitimeren wordt geroepen dat de regering een terugkeer naar een islamitische staat wil. Die roep is in Turkije zo goed als afwezig, maar wordt wel veelvuldig als serieuze bedreiging aangevoerd.

In essentie is het dus een tweestrijd waarbij het er om gaat te komen tot een voor iedereen acceptabele scheiding van kerk en staat. Een proces dat we in West-Europa ook niet zonder conflicten doorlopen hebben en dat overigens ook nog steeds niet overal als een gesloten hoofdstuk wordt beschouwd. De Gülen-beweging met zijn miljoenen goed opgeleide aanhangers en met al haar scholen, dialoog centra en media zit midden tussen deze twee kampen. Uit alles spreekt de wil de democratische verworvenheden te willen behouden en uit te bouwen, de overtuiging dat opleiding en dialoog de instrumenten zijn om vooruitgang de bewerkstelligen en ook de wens mensen de vrijheid te gunnen om uiting te geven aan hun religieuze gevoelens, hun culturele achtergrond en hun politieke gezindheid. Eigenlijk dus de ideale partij om als brug te dienen tussen beide partijen. Maar blijkbaar dus ook voor beide partijen een bedreiging.


Recensent:    Frans van den Muijsenberg

INS keurt de brute daden van extremisten gericht tegen onder andere de Amerikaanse Diplomatieke Missie in Libië af. We betreuren de hieruit voortgekomen doden en gewonden, zoals de vier Amerikaanse staatsfunctionarissen, ten zeerste.

Elf jaar en enkele dagen na de terroristische aanvallen van 11 september 2001 gaan onze gedachten en gebeden uit naar de families van degenen die in Libië zijn gesneuveld, en naar alle geweldslachtoffers elders in de wereld.

Tragische gebeurtenissen als deze dienen ons voornemen te versterken een fundering aan te leggen voor een eerlijkere en vreedzame wereld, door het ontwikkelen van relaties gebaseerd op wederzijds begrip en respect tussen mensen met verschillende religies en culturen.

De verkiezingsstrijd is inmiddels in volle hevigheid losgebarsten. Europa en de invulling van bezuinigingen zijn enkele belangrijke en veelbesproken thema’s. Maar hoe kijken Kamerleden aan tegen de Kunst van het Samenleven? De Dialoog Academie en Islam & Dialoog hebben samen een brochure uitgebracht die helderheid biedt.

Wij willen hiermee de Kunst van het Samenleven bewerkstelligen binnen de Nederlandse samenleving. Daarbij streven wij naar een beter leefklimaat in Nederland waar iedereen gerespecteerd en veilig kan leven en waarbij het accent wordt gelegd op wat ons bindt.

Naast de individuele verantwoordelijkheid van de burger speelt de politiek een belangrijke rol in de realisatie van een leefbaar klimaat. De naderende verkiezingen vormen voor onze stichtingen een zeer geschikt moment om verschillende politici te bevragen op de visie van hun partijen over onderwerpen zoals hun unique selling point betreffende de Kunst van het Samenleven, tolerantie, sociale cohesie, verantwoordelijkheden van de burger, (arbeids)migratie en meer.
Het doel achter deze vragen is tweeledig; de Kunst van het Samenleven hoger op de politieke agenda zetten en een antwoord vinden op de vraag hoe wij dit samen kunnen bereiken. In onze brochure kunt u de antwoorden van de verschillende politici vergelijken.

Wij hopen dat deze brochure u zal inspireren in de Kunst van het Samenleven!

Klik hier voor de brochure.

U kunt ook gedrukte exemplaren bestellen. Neem daarvoor contact op met platform INS: info@platformins.nl.

 

In 2011-2012 was de Dialoog Academie partner in het ZonMw-programma Vrijwillige Inzet voor en door Jeugd en Gezin. Wij voerden in dit kader het project ‘Ouderparticipatie op school – Meedoen kun je leren!’ uit. Voor veel ouders is het helemaal niet zo vanzelfsprekend om op school een handje te helpen met knutseluurtjes, overzetbrigades, seizoensfeesten of de medezeggenschapsraad. Dit geldt nog sterker voor ouders met een biculturele achtergrond. Zij kunnen wel een steuntje in de rug gebruiken. Studenten met een pedagogische, sociale of interculturele (opleidings)achtergrond coachten daarom ouders op school en hielpen hen zo actiever te worden. 

Na afloop van het project kreeg elke school een op maat gemaakt advies hoe zij in de toekomst zelf nieuwe ouders als vrijwilligers kunnen bereiken en behouden. Actieve ouders zijn goed voor school, ouder én kind!

De resultaten van het project zijn verwerkt in een handleiding, die op 6 november 2012 gepresenteerd werd tijdens een mini-conferentie over ouderparticipatie.
Lees hier verder voor een kort verslag van deze conferentie.
Download hier gratis de handleiding ‘Interculturele ouderparticipatie – Zo doe je dat!

Dit project werd mede mogelijk gemaakt door ZonMw, Oranje Fonds, VSBfonds, Stichting ter Bevordering van Volkskracht en Stichting Hulp Uit Nederland.