Op 3 en 20 november en 16 december 2012 organiseerden RADAR en Platform INS een drietal trainingen getiteld “Islamofobie confronteren”. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen in Nederland negatief staan ten opzichte van moslims en dat deze negatieve beeldvorming gepaard gaat met allerlei vormen van discriminatie en uitsluiting van moslims. De trainingen vormen een onderdeel van een breder project gericht op de aanpak van Islamofobie.

Het doel van deze trainingen was het tegengaan van discriminatie en stereotypen jegens moslims en het bevorderen van de weerbaarheid van deze groep tegen Islamofobie. Op 3 november waren moslima’s uitgenodigd voor de training en op 20 november bestond de groep voornamelijk uit professionals van diverse organisaties, zoals medewerkers van een woningbouwvereniging, GGD, het maatschappelijk werk en vakbond. Op 16 december kwamen deelnemers bij elkaar die onder andere actief waren bij Islamitische organisaties.

De trainingen hebben veel losgemaakt bij de deelnemers. Zij waren positief en enthousiast na afloop. Tijdens de evaluatie van de trainingen zeiden deelnemers met name het volgende:

  • “Ik heb geleerd om niet te snel iets discriminatie te noemen.”
  • “Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en ik wil meer open staan richting niet-moslims.”
  • “Ik ben meer bewust geworden van mijn eigen houding bij het omgaan met Islamofobe uitingen.”
  • “Ik wil bewuster omgaan met mijn eigen vooroordelen en daarnaast wil ik ook anderen laten inzien welke vooroordelen zij hebben”.
  • “Mijn vooroordelen over de Islam zijn afgenomen na het volgen van deze cursus.”
  • “Ik ben van plan om meer verbindingen te leggen met niet-moslims.”
  • “Samen moeten we meer ons best doen om het negatieve beeld over moslims tegen te gaan.”
  • “De training was voor mij een eyeopener en maakte vooroordelen bespreekbaar.”

Kortom werden er bruggen gebouwd tussen moslims en niet-moslims tijdens deze training reeks zodat er een eerste stap wordt gezet om Islamofobie aan te pakken!


3 november 2012 training Islamofobie voor moslima’s
[nggallery id=61]


16 december 2012 training Islamofobie voor Islamitische organisaties
[nggallery id=66]

 

 To live! Like a tree, alone and free,

And like a forest, in brotherhood.

– Nazım Hikmet Ran

De blikken zijn gericht op de toekomst. We kijken recht vooruit want wij gaan een mooie toekomst opbouwen – speciaal voor de jeugd van tegenwoordig. Beginnen we bij het spekken van de spaarrekening? Of gaan we toch voor de beste school? Moeten we niet verhuizen naar een veilige(re) buurt? Onze blik is vastberaden gericht op de verste verte en daardoor struikelen we weleens over kiezelstenen op ons pad. Wat zijn die kiezelstenen dan?

Het creëren van financiële zekerheid, goede onderwijsmogelijkheden en een veilige buurt zijn enkele belangrijke aspecten van een voorspoedige ontwikkeling voor een kind. Er zijn echter meer aspecten die een kind helpen klaarstomen voor de toekomst in een multicultureel en multireligieus Nederland. Een Nederland dat tolerantie (weer) als basis neemt. Een Nederland dat het boegbeeld is van vreedzaam samenleven. Een Nederland waarin we teruggaan naar het “tijdperk” van wederzijdse interesse, waarbij acceptatie het logische gevolg was van de interesse. Hoewel dit utopisch geformuleerd lijkt, moeten we ons realiseren dat dit slechts een aantal decennia terug de alledaagse werkelijkheid was.

Niet ontkennen, maar ontdekken is een gezond uitgangspunt van een opvoeding die aansluit op het Nederland van de toekomst. Zowel verschillen als overeenkomsten moeten ontdekt worden. Zowel zichzelf als de ander moet ontdekt worden. Met de huidige focus die zich langzaam verlegt van overeenkomsten naar verschillen, versterken wij verkeerde gevoelens van de jeugd. Als het benoemen van een verschil niet afgesloten wordt met een glimlach, krijgt dit verschil een verkeerd plekje in het gebied van Wernicke, ofwel ons taalcentrum in de hersenen waarmee we betekenis toekennen aan taal. Een opeenstapeling van deze verkeerde bruggen in de verkeerde gebieden brengt een versnipperd landschap met zich mee. Een toverstaf is dan onvoldoende om de jeugd – en op den duur de maatschappij – om te vormen tot een vreedzame en bloeiende samenleving.

Samenleven noemen ik niet voor niets kunst. Van alle neuzen die wijzen, wordt verwacht dat ze bewust wijzen – en dan het liefst in dezelfde richting. Uit welke hoek de neus komt, doet er niet toe. Als het maar wijst naar de vraag hoe we samen kunnen (leren) leven. Samen wijzen naar deze vraag is daarom al een antwoord op zich, en een goede stap richting een bewuste omgang met elkaar. Wanneer ouders hun kinderen leren ontdekken in plaats van ontkennen, staat de basis voor een open en vreedzame maatschappij sterker.  De kiezelstenen (of misschien wel de valkuilen?) zijn de verschillen die uitvergroot worden tot onoverkoombare obstakels die het samenleven verstoren. Wie weet wat voor moois er naar binnen komt als we al onze denkbeeldige en gesloten deuren op een kiertje zetten.

De oplossing is misschien wel een verplichte integratiecursus voor alle inwoners van Nederland. Laten wij met zijn allen integreren tot Nederland. Eén, sterk en uniek.