Wat vinden jonge politici van democratie? Hoe hoort een democratische samenleving volgens hen eruit te zien? In het kader van de themamaand “democratie” hebben drie jonge politici die hebben deelgenomen aan de Future leaders bijeenkomst ieder een artikel geschreven over dit onderwerp. Hieronder vindt u de links naar deze artikels:
Wat vinden jonge politici van democratie? Hoe hoort een democratische samenleving volgens hen eruit te zien? In het kader van de themamaand “democratie” hebben drie jonge politici die hebben deelgenomen aan de Future leaders bijeenkomst ieder een artikel geschreven over dit onderwerp. Hieronder het artikel van Manuel Buitenhuis.
Democratie is een ode aan gelijkwaardigheid. In Nederland heeft iedereen een stem, en wordt niet naar geloof of afkomst gekeken bij het bepalen van iemands invloed op het democratische systeem. Dat systeem past bij een land waarin iedereen graag zijn zegje doet over alles, of het nu het weer is, de nieuwste opstelling van Van Gaal of de laatste stand van zaken in Den Haag.
Het is mede dankzij die wil om onze stem te verheffen dat Nederland een levendig publiek debat kent. Binnen dat debat is de laatste jaren een trend zichtbaar die het bewijs is van de wisselwerking tussen democratische rechten en een maatschappelijke discussie. Een steeds grotere groep Nederlanders voelde zich niet serieus genomen door de politiek. Jarenlang is er met een bezwerend vingertje gewezen naar een groep mensen die volgens politici maar niet wilde inzien dat óók de nieuwste opgedwongen maatregel toch echt voor hun eigen bestwil was. Meningsverschillen werden in die gevallen weggezet als onwetendheid. Als we die onwetendheid lang genoeg negeren, gaat hij vanzelf wel weg. De echte onwetendheid bleek in Den Haag te zitten. In reactie op de opmars van Fortuyn, en later Verdonk en Wilders lijken steeds meer partijen te erkennen dat democratie niet alleen vóór mensen, maar ook vàn mensen is.
Het is natuurlijk niet zo dat het gevoel niet serieus genomen te worden daarmee in een keer weg is. Dat is iets waar tijd overheen gaat; maar politici kunnen wel helpen. Den Haag mag best wat minder bang zijn voor haar kiezers. Op voorstellen tot democratische vernieuwing en meer transparantie wordt al jaren halsstarrig gereageerd: dat is toch nergens voor nodig? Inspraak is welkom en de peilingen worden nauwlettend in de gaten gehouden. Maar de kiezer mag maar eens in de vier jaar doorslaggevend zijn. Een parlement dat haar kiezers niet vertrouwt met de mogelijkheid haar te corrigeren of om een burgemeester te kiezen, is bang voor de mensen die haar verkiezen. En wat erger is: het is een blijk van wantrouwen.
Een volwassen verhouding tussen democratische organen en haar kiezers veronderstelt vertrouwen. Dat vetrouwen gaat beide kanten op: kiezers vertrouwen erop dat politici doen waar ze voor gekozen zijn, en politici zouden meer dan nu moeten vertrouwen op de wens van de kiezer. Het politieke kompas van honderdvijftig Kamerleden hoeft immers niet altijd gelijk te lopen met dat van de maatschappij in zijn geheel. Het vereist lef om te erkennen dat je af en toe fout kan zitten; lef dat vooralsnog helaas ontbreekt bij de meeste politieke partijen. Dat is zonde, want het vergroten van de democratische rechten van Nederlanders zou een gezonde en frisse wind kunnen blazen door het Nederlandse publieke debat.
Manuel Buitenhuis is “secretaris pers” in het landelijk bestuur van de Jonge Democraten (Jonge D66’ers). Hij studeert geschiedenis en filosofie van de wetenschap aan de Universiteit Utrecht.
Zie verder de volgende link voor het verslag van de “Future leaders” bijeenkomst:
https://platformins.nl/future-leaders-met-jonge-politici/
Wat vinden jonge politici van democratie? Hoe hoort een democratische samenleving volgens hen eruit te zien? In het kader van de themamaand “democratie” hebben drie jonge politici die hebben deelgenomen aan de Future leaders bijeenkomst ieder een artikel geschreven over dit onderwerp. Hieronder het artikel van Jojanneke Vanderveen.
Als student politieke filosofie heb ik me de afgelopen tijd dagelijks beziggehouden met de vraag: wat is de rechtvaardige staat? Het is een ingewikkelde vraag, waar allerlei antwoorden op bestaan die soms van visie verschillen, maar soms ook gewoon een ander doel hebben. Zo schetsen sommige theorieën een beeld van de ideale samenleving, een soort utopie, terwijl andere filosofen meer bezig zijn met de vraag wat je praktisch gezien zou moeten doen om een ideale wereld dichterbij te brengen.
Deze column heeft meer betrekking op dat laatste project. Ik wil me nu vooral buigen over de vraag hoe het individuele recht om je eigen levenspad te kiezen, zich verhoudt tot de democratie. Wanneer wordt dit recht geschonden en wat betekent een schending van dat recht voor het functioneren van de democratie?
Eén opmerking uit de Future leaders-bijeenkomst is mij met name bijgebleven. Toen ik mij uitsprak voor onderwijs dat het kritisch denkvermogen stimuleert, reageerde iemand met: “ja, maar daar zal niet iedereen voor zijn. Wat als mensen dan van hun geloof vallen?” Ik schrok toen een beetje. Ik had er nog niet over nagedacht dat je dat als risico kon zien, en het leek me ook onwenselijk; als (sommige) mensen alleen bij hun geloof blijven als ze niet worden aangemoedigd er kritisch op te reflecteren, is het dan wel zo’n stabiele overtuiging?
Bovendien – en dan komen we bij de rechten van het individu – heeft een collectief, of dat collectief nou gebaseerd is op een religieuze overtuiging, een politieke overtuiging of bijvoorbeeld de geografische reden dat je allemaal in hetzelfde land woont, het recht individuen binnen boord te houden door te proberen hen zo min mogelijk te laten nadenken? Misschien wordt hun feitelijke keuzevrijheid niet beperkt, maar als mensen van kinds af aan niet wordt geleerd van die keuzevrijheid gebruik te maken, kunnen we dan wel zeggen dat ze echt in staat zijn om te kiezen?
Ik denk het niet. En op het moment dat we mensen dat niet leren, is ook de democratie in gevaar. Hoe minder kritisch de massa, hoe groter de kansen voor kwaadwillende, op macht beluste politici. De geschiedenis laat zien dat het vervolgens juist de kritische geesten zijn die het meest te vrezen hebben van deze machtswellustelingen.
Zo worden de rechten van het individu dus tweemaal bedreigd als kritisch nadenken geen prioriteit krijgt. Er wordt gecompromitteerd op de keuzevrijheid van hen die het niet leren. Hoe meer mensen het niet leren, hoe groter de kans dat zij – die het kunnen – juist daarom onderdrukt worden. Ik wil de lans dus nog maar eens breken: als we het recht om je eigen levenspad te kiezen respecteren én als we werkelijk waarde hechten aan de democratie, laten we dan het kritisch denkvermogen uiterst serieus nemen. Misschien eens filosofie in het basisonderwijs introduceren?
Jojanneke Vanderveen is oud-voorzitter van DWARS (Groenlinkse jongeren) en studeert politieke filosofie.
Zie verder de volgende link voor het verslag van de “Future leaders” bijeenkomst: https://platformins.nl/future-leaders-met-jonge-politici/
Wat vinden jonge politici van democratie? Hoe hoort een democratische samenleving volgens hen eruit te zien? In het kader van de themamaand “democratie” hebben drie jonge politici die hebben deelgenomen aan de Future leaders bijeenkomst ieder een artikel geschreven over dit onderwerp. Hieronder het artikel van Jeroen Toet.
Volksheerschappij, oftewel democratie, is volgens de oude Griekse filosoof Plato één van de slechtste bestuursvormen. Ruim 400 jaar voor Christus was deze denker zijn tijd al ver vooruit door de mogelijke gevaren van deze bestuursvorm bloot te leggen. Volgens hem zou democratie namelijk leiden tot een samenleving waarin iedereen gaat voor eigen belang. Een massa-maatschappij waarin men pleit voor de bewaking van eigen belangen, weelde en overvloed.
In de Westerse wereld is democratie een paspoort geworden als persoonlijke identificatie. Democratie wordt hier heilig verklaard. De vraag is hoe die persoonlijke identificatie wordt geïnterpreteerd. Als je bijvoorbeeld de Kopenhagen-criteria bekijkt, waarin de Europese Unie toetredende landen als voorwaarden oplegt dat democratische waarden geaccepteerd moeten worden, lijkt het erop dat democratie als een waarde op zichzelf wordt gezien.
Maar democratie heeft op zichzelf geen inhoud. Democratie is een instrument, waar ik als liberaal wel een belangrijke kernwaarde aan kan hechten. Die kernwaarde zou moeten zijn dat democratie een garantiebewijs is voor de morele waarden die een samenleving met elkaar deelt. Democratie is dus enkel een bewakingsinstrument. Wie kan gelijkheid of zijn individuele vrijheid beschermen als iemand anders meer recht van spreken heeft? Via een democratie kunnen die morele waarden beschermd worden.
Wie de achtergrond van de Arabische Lente gaat betrekken in de discussie over democratie, kan zich afvragen of Plato het bij het juiste eind had. Gaat een democratie wel op in een samenleving zonder een trias politica? Gaat democratie wel op in een samenleving met een constitutie die geen morele waarden als vrijheid en gelijkheid beschermt. Want dan zou de uitkomst van die revoluties wel eens kunnen zijn dan democratie uitmondt in een systeem waar enkel de stem van de meerderheid geldt. Een meerderheid bestaande uit de helft plus één.
De vraag is dus of wij in het Westen nog wel fan zouden moeten zijn van democratie. Wordt het niet eens tijd voor een beetje meer Plato? Wordt het niet eens tijd dat de Westerse wereld afstapt van de illusie dat democratie een oplossing is voor landen waar minderheden onderdrukt worden, corruptie de overhand heeft en er sprake is van bestuurlijke chaos? In die situaties pleit ik liever voor het behoud, de ontwikkeling of introductie van morele standaarden.
Jeroen Toet studeert Bestuurskunde en is oud-voorzitter van JOVD (VVD jongeren) in Den Haag
Zie verder de volgende link voor het verslag van de “Future leaders” bijeenkomst: https://platformins.nl/future-leaders-met-jonge-politici/
Wij zijn diep geraakt en bedroefd door het overlijden van Prins Friso. Het bestuur, directie en staf van Platform INS wensen de Koninklijke familie veel kracht toe in deze moeilijke periode. In het bijzonder wensen wij Prinses Mabel en haar kinderen veel sterkte bij het verwerken van dit verlies.