Wanneer extremisten een aanslag plegen in de naam van de islam springt de goegemeente al gauw op met de vraag wanneer ”dé moslims” zich daarvan distantiëren. In de slotverklaring van een tweedaags anti-extremisme-symposium in Brussel distantieerden honderden vertegenwoordigers van moslimgemeenschappen zich collectief van alle vormen van terreur.

Het symposium Countering violent extremism: mujahada and Muslims’ responsibility (het tegengaan van gewelddadig extremisme: mujahada en de verantwoordelijkheid van moslims), georganiseerd door het Dialogue Platform in samenwerking met de Gülen Chair van de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven), vond dinsdag en woensdag plaats in Brussel. Meer dan 400 vertegenwoordigers van ngo’s, academici, onder wie 250 islamgeleerden, en andere deskundigen van over de hele wereld, namen deel aan het event. De verantwoordelijkheid die moslims dragen in het zoeken naar oplossingen voor het voorkomen en tegengaan van terreur stond centraal.

Hoogleraar Emmanuel Gerard (KU Leuven) haalde een heikelpunt aan in zijn openingsrede: ”Na 9/11 rees de vraag of de westerse wereld en de islam wel compatibel zijn.” Gerard voegde daaraan toe dat veel mensen de islam als deel van het probleem zijn gaan zien. De deelnemers bespraken in paneldiscussies de oorzaken en gevolgen van die ontwikkeling en probeerden samen tot concrete oplossingen te komen. De zelfkritische vragen die de organisatoren aan hun gasten stelden reikten diverse punten aan. Vragen als ”is de islam van nature gewelddadig?” en ”hebben moslims een verantwoordelijkheid in de bestrijding van gewelddadig extremisme” waren geen taboe.

Toch werd al in de eerste conferentie van het symposium duidelijk dat het geen schuldvraag betrof. ”Gewelddadig extremisme is op dit moment wel degelijk een probleem dat veel moslimgemeenschappen treft, maar is niet eigen aan die gemeenschap”, zo stelde Gerard. De geschiedenis kent immers veel voorvallen van gewelddadig extremisme geïnspireerd door andere religies en ideologieën dan de islam. Daarachter schuilt dan ook een waar terminologieprobleem. Eén van de gastsprekers wees de zaal erop dat het begrip ”radicalisering” dit jaar zijn twaalfde verjaardag zal vieren. Dit begrip werd door de organisatoren expliciet vermeden omdat het volgens hen een controversiële lading heeft. De term ”gewelddadig extremisme” zou accurater zijn aangezien deze definitie naast een gedachtegang ook een duidelijke handeling weergeeft.

In de slotverklaring waren de deelnemers van het symposium duidelijk: ”Wij veroordelen absoluut en ondubbelzinnig elke daad van willekeurig en blind geweld en terreur en nemen afstand van zelfmoordaanslagen, gewelddadig extremisme en terrorisme in de naam van de islam.” De Koran verafschuwt dergelijk geweld, daarom moeten moslims gewelddadige extremistische ideologieën counteren met een positief verhaal gebaseerd op vredelievendheid, aldus de deelnemers.

Resoluties

Het symposium werd afgesloten met de volgende zeven resoluties:

1. Religies zijn niet per definitie gewelddadig en elke vorm van terrorisme moet veroordeeld worden.

2. De term ”jihad” betekent ”streven naar het pad van God” en kan streven naar een vreedzame samenleving betekenen.

3. Islam betekent vooral het promoten van vrede, rechtvaardigheid en eerbied voor alle leven.

4. Terrorisme en zelfmoordaanslagen zijn criminele daden gericht tegen zowel moslims als niet-moslims.

5. Democratie, onderwijs en universele mensenrechten zijn noodzakelijk om gewelddadig extremisme te bestrijden.

6. Fethullah Gülen en de Hizmet-beweging leveren een waardevolle bijdrage in de strijd tegen geweld.

7. Mensen van allerlei achtergronden, maar vooral islampredikers, moeten zich ondubbelzinnig uitspreken tegen gewelddadig extremisme.

Bron: ZamanVandaag

Wij betreuren de reeks gewelddadig extremistische aanslagen van de afgelopen dagen ten zeerste. Vandaag werd België getroffen, gisteren Turkije, eergisteren was het raak elders op de wereld. Helaas kent deze lijst geen einde.

Alle slachtoffers delen hun menselijkheid, alle daders hun beestachtige wreedheid.
Vele dierbaren worden achtergelaten met leed en verdriet. Een grotere groep burgers blijft leven in een staat van angst.

Het moet afgelopen zijn met gewelddadig extremisme. Wij dienen allen te beseffen dat wij allen mens zijn. Je achtergrond, kleur, opvattingen en wensen komen daarna.

 

INS verklaring

Maandag 14 maart vond er in Den Haag de boeklancering plaats van “Hizmet in Afrika”. Op het programma stond een presentatie van de auteur David Shinn en een reactie op het boek van Prof. Karel Steenbrink. Er was grote belangstelling voor de lancering, de zaal zat helemaal vol (90 bezoekers). David Shinn is een Amerikaanse ambassadeur geweest in Ethiopië en Burkina Faso. Hij heeft Hizmet in Afrika bestudeerd en naar aanleiding daarvan het boek geschreven. Hizmet (wat “dienstbaarheid” betekent in het Turks), ook wel bekend als de Gülenbeweging, is geïnspireerd door de Turkse moslimgeleerde Fethullah Gülen. De beweging is overal ter wereld actief en legt daarbij de nadruk op educatie, dialoog, moraliteit en vrede. Na een algemene inleiding over Hizmet ging Shinn specifiek in op de activiteiten in Afrika.

De voornaamste activiteiten van Hizmet in Africa betreft het oprichten van scholen, dialoogcentra en het bieden van humanitaire hulp. De Hizmet-scholen variëren van basisscholen tot universiteiten en zijn voor iedereen toegankelijk. Het curriculum op de scholen is volgens de nationale standaarden. Shinn benadrukte dat de scholen de bedoeling hebben om studenten goed onderwijs te geven, hen goed op te voeden en niet om hen te bekeren.

De dialoogcentra en de humanitaire hulp betreffen meer kleinschalige projecten. De dialoogcentra zijn bedoeld voor de gehele bevolking, de centra dragen geen namen die verwijzen naar de islam of de heer Gülen. Bij deze centra kunnen mensen van verschillende religies met elkaar in gesprek gaan. De humanitaire hulp betreft onder andere het openen en in stand houden van weeshuizen en waterputten. Shinn liet blijken dat de invloed van Hizmet in de toekomst met name gaat afhangen van de mensen die afstuderen aan de Hizmet-scholen. Het werk dat bij de dialoogcentra en de humanitaire hulp wordt gedaan is te kleinschalig om het succes van Hizmet aan af te meten.

Prof. Karel Steenbrink (emeritus hoogleraar religiewetenschappen) reageerde op de presentatie van Shinn door onder andere uiteen te zetten hoe de activiteiten van Hizmet in Afrika afwijken van de activiteiten van Hizmet in Europa. Een belangrijk verschil zit tussen de scholen volgens Prof. Steenbrink. Hoewel de scholen dezelfde doelstellingen hebben, is de functie zeer verschillend. In Afrika trekken de scholen vooral de elite aan, terwijl de scholen in Europa met name de onderklasse aantrekken. In Europa hebben de scholen zodoende een taak om de studenten te laten emanciperen in de samenleving. Steenbrink noemde echter ook gelijkenissen tussen Afrika en Europa. Zo worden de projecten in beide continenten door Turkse zakenmannen opgezet. Maar zodra een project af is, zoeken de zakenlieden een nieuwe uitdaging. Projecten zoals scholen moeten dan zelf manieren vinden om winstgevend te worden en wat meestal ook lukt.

In de vragen onder het publiek kwam onder andere de rol van Turkije naar voren. Hizmet en de huidige Turkse regering hebben namelijk een gespannen relatie waardoor Turkije Afrikaanse landen onder druk zet om de samenwerking met Hizmet stop te zetten. Zo stelde iemand de vraag of de Afrikaanse overheden Hizmet als een bedreiging zien voor hun autoriteit, zoals de Turkse regering Hizmet wel als een bedreiging ziet. Shinn antwoordde dat de overheden zich niet bedreigd voelen door Hizmet omdat de beweging relatief kleinschalig is. Verder vroeg men naar de relatie tussen de studenten en de leerkrachten, de motieven van de leerkrachten en welke taal zij op school moeten spreken. De leraren hebben volgens David Shinn vooral een altruïstische motivatie.  Ze doen dit werk omdat zij iets nuttigs willen doen voor de mensheid en zij worden als voorbeeld gezien door hun leerlingen.

Ten slotte noemde Shinn dat er alleen universele talen aan de scholen wordt geleerd en gesproken zoals Engels en Frans. Afrika kent veel lokale talen en het is ondoenlijk als docenten die talen moeten leren. Verder werden er nog vragen gesteld over de persoonlijke ervaringen van Shinn met Hizmet. Hierop vertelde David Shinn dat hij pas na zijn diplomatieke tijd kennis maakte met Hizmet. Dit omdat in de jaren negentig pas de eerste scholen werden opgericht. Na afloop van de vragen was het boek “Hizmet in Africa” te koop en lieten de deelnemers het boek signeren door de auteur.

[nggallery id=150]

Platform INS is de trotse partner op 15 en 16 maart van de conferentie ‘Countering violent extremism: Mujahada and muslims’ responsibility‘.

 

Tijdens deze tweedaagse conferentie zullen onderwerp behandeld worden als:

  • De geschiedenis van radicalisme en haar ideologische wortels in de islamitische geschiedenis
  • Terrorisme en zelfmoordaanslagen
  • De variaties en omvang van de Moedjahda
  • Media strategieën van gewelddadig extremisme
  • Islamitische waarden, terrorisme en de zogenaamde jihad
  • Bijdrage van interreligieuze dialoog op vrede
  • Rol van moslima’s in de strijd tegen geweld
  • Sociaal-politieke dimensie van extremisme
  • de verdedigende oorlogsvoering van de Profeet
  • Moedjahda: Religieuze Stichtingen en de redenen voor Wetgeving
  • Gewelddadig extremisme: de uitdaging van het benoemen en framen
  • Islamitisch theologische onderwijs en de strijd tegen geweld

Voor meer informatie en om je aan te melden, ga naar: www.counteringviolentextremism.eu

countering_violent_extremism

Een avond samen met onderzoeker Daan Beekers over de overeenkomsten én gedeelde uitdagingen van christelijke en islamitische jongeren die in Nederland gelovig willen leven.

Aanmelden: http://bit.ly/phdcafe


Overtuigde christenen en moslims in Nederland hebben meer met elkaar gemeen dan vaak wordt gedacht. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van antropoloog Daan Beekers. Jonge moslims en christenen staan in een grotendeels seculiere cultuur voor vergelijkbare uitdagingen met betrekking tot hun dagelijkse geloofsbeleving. Dit brengt interessante overeenkomsten en verschillen tot stand.

De vragen waar dr. Beekers bij zal stilstaan

  • Wat betekent het voor christenen en moslims om op te groeien in een grotendeels seculiere omgeving? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten  tussen beide groepen?
  • Wat zijn de gedeelde uitdagingen voor deze islamitische en christelijke jongeren? Op welke manier kunnen deze twee groepen elkaar versterken om deze uitdagingen te overkomen?

Programma

19.15: Inloop
19.30: Start presentatie
20.15: Vragenronde
21.00: Einde

Locatie
Platform INS, Rochussenstraat 221 Rotterdam

Over de spreker

Dr. Daan Beekers promoveerde in 2015 op een proefschrift over geloofsbeleving onder jonge moslims en christenen in Nederland. Hiervoor deed hij meer dan een jaar veldwerk onder soennitische moslims en protestantse christenen tussen de 18 en 28 jaar. Momenteel is hij postdoc-onderzoeker aan de Universiteit Utrecht.

Aanmelden: http://bit.ly/phdcafe