Verslag: Karima Moussa,
masterstudent Islam in de moderne wereld, Universiteit van Amsterdam

 

Op 6 april vond de tweede dialoogbijeenkomst tussen moslims en christenen plaats. Ditmaal ging het over het onderwerp ‘ik, wij en zij’. We wonen in een hele diverse en veelkleurige stad. Er is een veelheid aan meningen, (geloofs)overtuigingen en (sub)culturen. Dat is mooi, maar levert ook spanningen op. Hoe ga ik om met diversiteit en met mensen die anders denken dan ik (ook binnen mijn eigen traditie)? Hoe zit het met het belang van de ander? Zijn er grenzen aan mijn eigen vrijheid? Hoe is in de tradities van christendom en islam in de loop van de geschiedenis met deze vragen omgegaan? Dit waren enkele vragen die centraal stonden bij deze bijeenkomst. 

30 maart vond naar aanleiding van de cursus ‘moslims en christenen’de eerste ontmoeting plaats tussen christenen en moslims. De cursus bestaat uit drie delen en het doel is om christenen en moslims met elkaar in gesprek te brengen om zo wederzijdse begrip en respect aan te moedigen. De eerste cursusavond had als thema ‘barmhartigheid’. Een kernwoord die het christendom, jodendom en islam  met elkaar delen, is barmhartigheid. Hoe wordt er vanuit deze benadering met vluchtelingen omgegaan?

Ik, wij en zij - vanuit islamitisch en christelijk perspectiefDe tweede ontmoeting vond plaats op 6 april in het Oude of Pelgrimsvaderkerk. Er kwamen hier zeker 50 nieuwsgierige cursisten op af. De inleiding van de avond werd gevuld met twee korte speeches van dominee Martijn van der Laar van de Oude of Pelgrimsvaderkerk en Ahmet Kaya van Platform INS. Dominee van der Laar informeerde ons over het ontstaansgeschiedenis van het christendom wat in het Romeinse Rijk begon. Het Romeinse Rijk kende veel diversiteit, maar het aanpassen was een grote must. Het was dan ook niet makkelijk voor de kleine groep christenen. De christenen waren in een minderheid en het geloof werd vooral verspreid via vluchtelingen. Ondanks de kwetsbaarheid van de christenen, heeft de kleine groep zich staande weten te houden. Pas  313 na Christus werd het een toegestane religie. Het tij keerde. Het christendom werd een staatsreligie, waardoor het christen zijn een grote voordeel werd.

Zowel dominee van der Laar als Ahmet Kaya behandelden de twee belangrijkste figuren van het christendom en Islam, Jezus en profeet Mohammed. Het opmerkelijke van deze twee personen zijn de gemeenschappelijke kenmerken. Hoewel de christelijke en islamitische samenleving zich vaak kenmerkt door het ‘wij, zij gevoel’, raadden zowel Jezus als profeet Mohammed dit ten strengste af. De liefde en barmhartigheid voor de medemens is belangrijk. Jezus was een vrij persoon en trok zich niets aan van het wij/zij cultuur. Hij kende een ongekende innerlijke vrijheid wat zijn identiteit versterkte waardoor ondanks de vele scheldwoorden die hij naar zich toe kreeg geslingerd, hij met iedereen vrij omging. Jezus fungeert dan ook als een voorbeeld voor vele christenen. Zijn vrije geest en sterke persoonlijkheid stimuleren het liefhebben van de medemens.

Het tweede deel van de inleiding werd verzorgd door Ahmet Kaya die uitleg gaf over profeet Mohammed. Naar aanleiding van het verhaal over de profeet, probeerde Ahmet Kaya aan te geven dat het van belang is goed voor elkaar te zorgen. Elk mens is bijzonder en ongeacht de onderlinge verschillen, delen we een belangrijke kenmerk: we zijn uiteindelijk allemaal mens en gecreëerd door de schepper. De profeet heeft vanwege zijn uitnodiging tot het geloof, net als Jezus, een moeilijke periode gekend. In een tijd waarin afgoderij de samenleving bepaalde, was het geloven in één God onvoorstelbaar. De profeet werd uitgescholden, maar trok zich hier niet veel van aan. De openbaringen die hij van engel Gabriël ontving in de grot Hira, verrijkten op zijn zachtst gezegd zijn leven. Het werd zijn taak om dit over te brengen op de mensen. Zijn (eerste) vrouw Khadija, steunde hem en dit maakte hem sterk in zijn levensdoel. Toch was het niet makkelijk te blijven in Mekka en met de weinig moslims die er toen waren, vertrok hij dan ook naar Medina. Ongeacht de negativiteit van de samenleving, koppelde de profeet de verschillende mensen en groeperingen aan elkaar. ‘Zorg goed voor je buren’ is een belangrijke zin die de profeet meerdere malen heeft uitgesproken.

Jezus en eveneens profeet Mohammed hebben het moeilijk gehad om het woord van God over te brengen op de mensen. Het is dan ook niet voor niks dat God deze twee personen heeft uitgekozen om dit te doen. Hun sterke persoonlijkheid en identiteit zorgden ervoor dat zij deze taak op zich konden nemen en er met volle overtuiging voor konden gaan. Deze twee personen zijn een toonbeeld voor christenen en moslims. De christenen geloven dat God via Jezus tot hen is gekomen, terwijl de moslims geloven dat de profeet openbaringen ontving van engel Gabriël om dit over te brengen op de bevolking. Dat God genadig, barmhartig en vergevingsgezind is, delen beide religies en er moet dan ook ondanks de verschillen niet worden vergeten dat God de schepper is van alle schepselen, wat  de mens juist met elkaar verbindt. Vanuit dat perspectief moet er worden samengeleefd. Ondanks het feit dat Rotterdam een diverse stad is,  is het belangrijk te weten dat de twee vooraanstaande figuren vrij in de omgang waren en iedereen met respect behandelden.

Hoe is er dan een situatie ontstaan waarin we toch in een ‘ik, wij, zij’ cultuur leven? Over dit onderwerp gingen de aanwezigen in kleine groepen christenen en moslims in gesprek. Wat al heel snel opviel waren de rustige dialogen. Het doel was niet om elkaar te overtuigen, maar geïnteresseerd naar elkaars verhaal te luisteren. Uiteindelijk is elk mens overtuigd van zijn eigen gelijk. Het doel moet dan ook zijn om elkaars waarheden te respecteren. Opmerkelijk is dat bijna elk persoon blij was met een pluriforme samenleving. Het verrijkt de stad werd er gezegd en het maakt de stad tot wat die nu is. Het ‘wij, zij’ denken leeft wel, maar is dit eigenlijk niet gewoon gezond? Het feit dat een mens een veilige haven heeft, hoeft per definitie niet te betekenen dat het ‘andere’ slecht is. Die twee kunnen prima naast elkaar leven. Zo gek is het niet dat een moslim zich liever onder andere moslims bevindt of dat een christen het liefst zijn verjaardag viert met zijn eigen familie en vrienden (dus waarschijnlijk christenen). Het wordt alleen maar ‘gevaarlijk’ als een persoon niet openstaat voor het andere en zich volledig keert tegen alles wat anders is. Hierdoor ontstaan er onwetendheid en vooroordelen wat kan zorgen voor een onderlinge strijd. Daar hadden wij 6 april gelukkig geen last van. Alleen maar begripvolle woorden vulden de avond. De onderlinge verschillen werden gezien als een verrijking. Een leuke anekdote van de avond kan niet onmisbaar blijven in dit verhaal: ‘Er was eens een man die nogal negatief opkeek naar vrouwen met hoofddoeken. Hij noemde ze ‘de hoofddoekjes’. Dit beeld over vrouwen met een hoofddoek veranderde compleet toen hij geholpen werd door ‘de hoofddoekjes’ toen hij van zijn rolstoel viel. Daarna kon hij wel spreken over vrouwen met een hoofddoek.’

Het eigenaardige hieraan is dat de negativiteit van de mens vooral gevoed wordt door angst voor het onbekende, onwetendheid en vooroordelen. Door de participatie van beide groepen aan dit gesprek en elkaar te onderwijzen, kan er een einde worden gemaakt aan alle negativiteit. Het omarmen van diversiteit is een doel die te behalen valt. Op 20 april is het derde en tevens het laatste onderdeel van deze cursus. Mis deze (laatste) kans niet en kom bijeen om bij te dragen aan  een vredige, maar ook diverse samenleving.

 

Geprikkeld door dit verslag?

Lees dan ook de verslagen van de andere twee bijeenkomsten:

Deel I: Barmhartigheid

Deel II: “Ik, wij en zij…”

Deel III: Wat maakt dat ik (blijf) geloven?

Derde bijeenkomst van de cursus “Geloven in de moderne tijd”

19 maart 2014

Beteken je als gelovige nog iets voor de samenleving? Wat merken mensen om jou heen hiervan? Hoe krijgt christen en moslim zijn handen en voeten? De derde en laatste bijeenkomst van de cursus ging over “geloof en burgerschap”.

Sultan Albayrak, de moslim inleidster deed de aftrap in de Pelgrimsvaderkerk. Zij citeerde vaak uit de werken van de moslimgeleerde Said Noersi: “Ik laat mij inspireren door de boeken van Said Noersi, een Islamgeleerde uit de 20ste eeuw in Turkije. Hij leert de lezer om de creatie in de natuur op te merken. Want de Schepper wil dat wij alles wat Hij heeft geschapen opmerken, ons hierover verwonderen en God lief hebben.”

Wie gelooft ziet de mooie, de positieve om zich heen, wie de positieve om zich heen ziet denkt positief en wie positief denkt geniet meer in en van het leven, vindt Sultan. Indien de mens zijn egocentrische instelling opgeeft en zich wendt tot de Schepper zal hij het goede proberen te doen en het kwade achterwege laten door zijn vertrouwen op de Schepper. Volgens de mosliminleidster zal je dan mensen vergeven en vergiffenis voor hen vragen, ook wanneer zij jou hebben gepijnigd.

Vervolgens legt Sultan Albayrak de link met burgerschap: “Zulke mensen zijn in alle tijden en in alle samenlevingen nodig. Zulke mensen betekenen veel voor de maatschappij. Zo ziet de omgeving de goede eigenschappen en de positieve instelling van de gelovige. Mensen weten vaak dat je de kracht, je zelfverzekerdheid en je positiviteit uit je geloof put. Zij zien jouw vergevingsgezindheid, mededogen, geduld en rechtvaardigheid. Zulke mensen zijn goede voorbeelden voor de samenleving.”

Er zijn vele manieren waarmee je de samenleving als gelovige van dienst kan zijn volgen Sultan. Zorg bieden aan anderen, activiteiten organiseren in de wijk die mensen met elkaar verbindt en mensen opzoeken die eenzaam zijn vormen hier allemaal voorbeelden van.

Het was de avond van de vrouwelijke inleiders. Sultan gaf het woord aan Regine van Laar, theoloog en de christelijke inleidster van de avond. Regine vertelde dat christenen niet allen God lief moeten hebben, maar ook hun naasten.

Zo vindt zij dat bij het beroemde verhaal van de Barmhartige Samaritaan Jezus leert dat je naaste kunt worden. “Het verhaal leert ons dat de ander, de vreemdeling onze naaste wordt als hij ons ziet in onze val, eenzaamheid, ziekte en gevangenschap. Het verhaal leert ons om te kijken, te zien en te luisteren naar dat wat op onze weg komt. Vaak lopen wij ervoor weg omdat we geen tijd, geld of zin hebben om echt om te zien. Naaste word je.”, voegt Regine van Laar hieraan toe.

Dit betekent volgens de christelijke theoloog oefenen in kijken, reageren, omzien, liefhebben en helpen. Kortom, oefenen in naastenliefde. Want de wereld draait om meer dan om onszelf. Regine vindt de kerk een uitstekende oefenplaats voor naastenliefde.

“Ik weet ook dat niemand perfect is. Ook gelovigen blijven mensen met falen, met oogkleppen op. We kunnen ook niet alles en iedereen helpen. Maar God leert ons niet alleen om op Hem en onszelf te focussen, maar ook op de ander.”, aldus Regine van Laar.

Hulp voor kwetsbaren in de samenleving is een taak voor de overheid, maar de kerk zal altijd een taak hebben om bijstand te verlenen in de ‘rafelrand’ van de maatschappij, vindt Regine. Zij eindigde haar inleiding met de volgende woorden op de dag van de lokale verkiezingen: “Vandaag op de verkiezingsdag geloof ik in liefde en verbinding, in openheid en dialoog, in ontmoeting en oordeelvrijheid, in zoeken en vinden.”

Na de inleidingen gingen de deelnemers weer in kleine groepen het gesprek aan over de thema. Tijdens de laatste avond van de cursus “Geloven in de moderne tijd” werden tevens certificaten uitgedeeld aan de deelnemers. Ook vroegen de organisatoren aan de deelnemers wat zij van de cursus vonden. Op de vraag wat de cursisten het meest aansprak zei iemand: “Wat mij het meest aansprak is hoeveel wij op elkaar lijken. Ik voelde mij snel geaccepteerd. Ik vond het gezellig en er was ook plaats voor lachen.” Een andere deelnemer vond de ontmoeting met moslims de meest aansprekende: “Ze hebben mijn vooroordelen weggenomen en mij verbaasd wat betreft hun toewijding, liefde en inzicht.”

Een deelnemer maakte duidelijk dat hij wacht op een vervolg: “Ik vond het erg leuk en ik heb veel geleerd. Dit smaakt naar meer!” De cursus werd een week later afgesloten met een moskeerondleiding voor de liefhebbers.

Tweede bijeenkomst van de cursus “Geloven in de moderne tijd”

5 maart 2014

Past geloven nog wel bij deze tijd? Waarom geloven moslims en christenen eigenlijk in een God? Hoe ga je als christen en moslim om met vragen rond geloof en wetenschap? Moslims en christenen kwamen bijeen om antwoord te vinden op deze vragen.

Dominee Arjan Markus (Pelgrimsvaderkerk) zette de problemen van gelovige christenen met de wetenschap uiteen: “Wetenschap heeft een hoge status in de westerse cultuur. Wetenschappelijke verklaringen maken het scheppingsverhaal overbodig volgens vele (natuur)wetenschappers. Dat is een grote factor in het seculier denken in Nederland”, aldus Arjan.

Zo beweert filosoof Daniel Dennet dat de vermeende natuurlijke selectie in de natuur toevallig is gebeurd en dat er geen sprake is van een Goddelijke sturing. Gelovigen reageren als volgt daarop; Je kunt niet alles met wetenschap verklaren. Datgene wat je niet kunt verklaren, waar gaten zitten in de wetenschap, verklaar je met God. Dat vindt Arjan Markus een slechte strategie: “Gaten in de wetenschap verdwijnen in de loop der tijd. Waarom zou God bovendien alleen maar onverklaarbare dingen (wonderen) doen? De ene verklaring hoeft de andere niet teniet te doen.”

Zo maakt Arjan onderscheid tussen fysische en metafysische verklaringen. Fysische verklaringen kun je met zintuigen waarnemen, terwijl metafysisch staat voor verklaringen die je niet met zintuigen kunt waarnemen. Voorbeeld voor een fysische uitspraak is dat een schaap vier poten heeft. “Mensen bezitten een ziel” is aan de andere kant een metafysische uitspraak. Arjan vindt dat een fysische en een metafysische uitspraak niet van dezelfde orde zijn en dus niet met elkaar in conflict hoeven te zijn. Hij voegt hieraan toe: “Conflicten ontstaan alleen als uitspraken een mix van de fysische en metafysische verklaringen hebben.” Een voorbeeld hiervoor is dat een wetenschapper beweert dat het leven op aarde een aantal miljoen jaren geleden toevallig is ontstaan. Dat het leven miljoenen jaren geleden is ontstaan is een fysische uitspraak, maar dat het leven toevallig is ontstaan is metafysisch.

“Christenen ervaren wel vaak een conflict tussen wetenschap en geloof”, aldus Arjan Markus. “Denk maar aan het contrast tussen evolutie en het scheppingsverhaal; dat de schepping in zes dagen is ontstaan bijvoorbeeld.” Volgens Arjan zijn christenen vaak opgevoed met het idee dat de Bijbelse teksten een doorlopend geschiedenisverhaal vormen. Verder zijn veel christenen nog steeds onder invloed van de kinderbijbels.

Na de probleemanalyse vervolgde de dominee zijn inleiding met adviezen voor christenen: “Christenen moeten beter Bijbel leren lezen. De Bijbel is niet zomaar een doorlopend geschiedenisboek. Er zijn ook teksten die wel over de historische gebeurtenissen gaan, maar toch geen ‘historisch’ verslag vormen. Zo moet je het scheppingsverhaal als een theologisch gedicht lezen over het ontstaan van de aarde.”

Arjan vindt het begrijpelijk dat mensen geloven lastig vinden. Want mensen lezen vaak seculiere kranten en worden ook op deze manier opgevoed. Daarom moet je leren om langs de randen van je wetenschappelijke bril te kijken. Fysisch verklaren is niet namelijk niet de enige manier, vindt Arjan.

Na Arjan Markus kwam een vrijwilliger van Platform INS aan het woord om het geloof en wetenschap vanuit Islamitisch perspectief te belichten. Hij vertelde dat er circa duizend verzen zijn in de Koran die kennis en studie aanmoedigen. Hij gaf het volgende vers als voorbeeld:

“Lees in de naam van jouw Heer die heeft geschapen, Hij schiep de mens uit een bloedklonter. Lees, want jouw Heer is de meest Edelmoedige, Die (de mens) met de pen onderwees, Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist.” (96/1-5)

Zo bestaan er ook overleveringen van Profeet Mohammed (vrede zij met Hem) die kennis vergaren stimuleert: “Kennis vergaren is een plicht voor elke moslim man en vrouw.” [Overlevering door Moesliem]

“Het leren kennen van God is volgens de Islam het doel van kennis opdoen. Het universum, de hele schepping vormt een boek die de schone namen van God weerspiegelen”, aldus de vrijwilliger. Deze gedachte heeft volgens hem geleid tot een enorme ontwikkeling in de Islamitische beschaving. Zo begon er een groot vertaaloffensief door moslims uit andere talen zoals Grieks en Perzisch. Na een eeuw maakte Europa kennis met deze vertalingen. Dit vormde de ontmoeting van Europa met het Islamitisch denken en de oudheid via de moslimvertalingen. Tussen de 12e en de 17e eeuw is de Islamitische beschaving een bron van verlichting geweest voor de rest van de wereld. De kennisuitwisseling beperkte zich niet alleen tot de wetenschap, maar bestond ook uit literatuur, muziek, architectuur en kledij.

Er bestaat een denkwijze dat beweert dat Islam zoals het christendom niet door een deur past met wetenschap. Door bepaalde denkers die hierover schreven, het ontstaan van de evolutietheorie en sommige botsende normen en waarden tussen geloof en wetenschap heeft dit idee terrein gewonnen.

De vrijwilliger van Platform INS haalde vervolgens een uitspraak van de moslimgeleerde Gulen aan dat moslims de afgelopen drie eeuwen de Islam niet correct hebben begrepen en niet correct hebben toegepast.

Over de verhouding tussen de Koran en wetenschap zei de mosliminleider het volgende; “Koran kan niet gereduceerd worden tot een wetenschapsboek. Maar de wonderen in de Koran die betrekking hebben op bepaalde wetenschappelijke uitvindingen kun je ook niet negeren.”

Vervolgens ging de vrijwilliger van Platform INS in op de vraag waarom moslims geloven. Hierbij heeft de inleider een aantal argumenten opgesomd die vaak door moslims worden verwoord. “De Goddelijke sturing is een teken voor het bestaan van God. Een eend die pas uit zijn ei komt kan meteen zwemmen, een spin die pas wordt geboren weet hoe hij een spinnenweb moet maken. Terwijl het hier gaat om zeer complexe zaken die niet meteen zijn aan te leren en waar wetenschappers jaren over doen om deze processen te begrijpen, krijgen dieren bepaalde vaardigheden vanaf de geboorte mee als cadeau. Maar hoe kan een spin al vanaf de geboorte een spinnenweb maken zonder te beschikken over het nodige verstand en intelligentie?”, aldus de vrijwilliger van Platform INS. De mosliminleider verklaart dit met de Goddelijke sturing die aanwezig is in het universum.

Na deze inleidingen gingen moslims en christenen groepsgewijs het gesprek aan over de thema. Aan het einde van de avond was het al tien uur geweest. Toch stond niemand op om naar huis te gaan en ging de dialoog nog een poosje door. De thema sprak blijkbaar “de gelovigen in de moderne tijd” enorm aan…

Eerste bijeenkomst van de cursus “Geloven in de moderne tijd”

26 februari 2014

Zorgt geloven niet voor veel ellende? Maakt geloven mensen ziek? Zijn radicaal gelovigen niet een gevaar voor de samenleving? Zijn minderheden veilig als gelovigen de meerderheid vormen? Hoe radicaal zijn het Christelijk geloof en de Islam? Daar ging de eerste dialoogavond tussen moslims en christenen in Rotterdam over.

Dominee Martijn van Laar (Pelgrimsvaderkerk) kwam eerst aan het woord en lichtte het christelijk perspectief toe op het onderwerp. “Geloof heeft vandaag de dag niet zo’n goede pers. Religie wordt al snel geassocieerd met fanatisme, radicaliteit en geweld.” zei Martijn inleidend.

De jonge dominee vindt het een heel spannend thema. Want in de Bijbel kom je religieus gesanctioneerd geweld tegen, heilige oorlogen in naam van God. Lees het Bijbelboek Jozua er maar eens op na. Teksten waar wij vandaag de dag moeite mee hebben.

De kerk heeft altijd moeite gehad met geweld volgens Martijn. Dat heeft vooral met de persoon van Jezus te maken. Het is heel ingewikkeld om met een beroep op Jezus dwang en geweld te gebruiken. “Wie het zwaard neemt zal door het zwaard omkomen.” zegt Jezus. God wil blijkbaar geen geloof afdwingen met geweld. Dat heeft met liefde te maken, aldus Martijn.

Is geloven gevaarlijk? Als christen kijkt de christelijke inleider dan naar Jezus. Was Jezus gevaarlijk? Ja en nee. Ja; Voor het religieus establishment. Hij stelde namelijk mensen voor regels. Voor de Romeinen; gezien als een bedreiging voor de politieke stabiliteit.

Jezus was geen ‘softie’, geen slappeling en niet tandeloos. Hij was confronterend en uitdagend. Als Jezus door de knecht van de hoge priester geslagen wordt, keert hij niet de andere wang toe, maar roept hij hem ter verantwoording: “Waarom slaat u mij?” In zee gaan met Jezus is in zekere zin ‘gevaarlijk’. Jezus heeft het over “hem volgen, jezelf verloochenen”. Een gevecht met jezelf, je eigen ego en trots.

Zijn christenen gevaarlijk? Volgens Martijn van Laar zijn christenen geen softies en niet tandeloos. Zij mogen best assertief zijn, opkomen voor gerechtigheid, voor mensen die aan zichzelf zijn overgeleverd en voor vreemdelingen.

De dominee besloot zijn woorden met een fragment uit een gesprek van Ali B. met Theo Maassen waar Martijn door ontroerd werd. Ali B. zei namelijk het volgende: “Als je fanatiek vergevingsgezind bent, dan kan dat toch nooit heel erg worden, toch of zo? Of fanatiek barmhartig…“

Na Martijn van Laar vertelde Resul Kazanci het Islamitische versie van het verhaal.  Resul vindt dat geloven niet zorgt voor ellende, maar juist zorgt dat je uit je ellende komt. “Geloof is namelijk de beste kuur om ziekte en sterfte van je naasten te verwerken. Islam leert mensen dat ons werkelijk leven pas start in het hiernamaals. Onze korte, vergankelijke leven hier op de aarde is van korte duur en uiteindelijk vertrek je naar je hoofdbestemming waar je oneindig in vreugde en genot zal verblijven. Daar zal je weer herenigd worden met je geliefden. Dus gelooft zorgt er juist voor dat je uit ellende en verdriet komt!”, aldus Resul.

Volgens Resul maakt de Islam mensen niet ziek, maar juist heel gezond. De volgende Koranvers maakt dat duidelijk: “Wij hebben de Qor’an neergezonden als een genezing en barmhartigheid voor de gelovigen.” (17:82)

Moslims verrichten vijf keer per dag het gebed. Je onttrek je vijf keer per dag van de wereldse sleur en richt je je tot je innerlijke. Je kunt het gebed tevens zien als een gezonde lichamelijke oefening waarbij je je gewrichten, hart, bloedsomloop, hersens en andere zintuigen en ledematen positief worden beïnvloed. Dus als je zowel lichamelijk als geestelijk gezond wilt zijn moet je juist geloven.

Op de vraag of radicaal gelovigen niet een gevaar vormen voor de samenleving antwoordde de mosliminleider: “Radicaal gelovigen zijn inderdaad een gevaar voor de samenleving. Zoals Hitler die voor zijn geloof (nationalisme / nazi wereld) miljoenen heeft vermoord en zoals Anders Breivik die voor zijn geloof (extreem rechtse ideologie) 77 mensen heeft vermoord. Dus geloven maakt niet radicaal. Sommige mensen hebben de potentie om radicaal te worden. Deze radicaal kan een moslim, christen zijn of een ander geloof of ideologie aanhangen.”

Een zeer bekende Turkse volksdichter, Yunus Emre zei: “We hebben alle schepsels lief, omwille van de Schepper.” Zo zouden alle moslims moeten denken volgens Resul. Moslims moeten proberen te handelen zoals Allah over Zijn schepsels handelt. De Barmhartigheid van Allah over Zijn schepsels vormt een zeer duidelijke les voor mensen. Zolang moslims Allah als voorbeeld nemen hoeven minderheden zich niet onveilig te voelen.

Tot slot ging Resul in op de vraag of Islam radicaal is. Hij vindt van niet; “Het zijn de aanhangers die de Islam radicaal overbrengen. Als gelovigen leven zoals Allah het heeft voorgeschreven, dan wordt het een paradijs op de aarde.”

Na de inleidingen werden de deelnemers in groepen verdeeld en het thema werd groepsgewijs behandeld. De reacties na afloop waren hartverwarmend. Een deelnemer zei: “Er is iets gegroeid tussen ons in een kleine twee uurtjes. Ik heb ervan genoten!” Een moslimdeelnemer vertelde heel fijn te vinden om in dialoog te kunnen treden met een christen.