Op 18 maart vond de laatste luncheon plaats. Eén dag voor de gemeenteraadsverkiezingen werd de ‘kunst van het samenleven’ benaderd vanuit een politiek perspectief. Theorie en actualiteit raakten elkaar hierdoor des te sterker.
IMG_8551

Floris Mansvelt Beck, onderzoeker aan het Instituut voor Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden, verzorgt de inleiding met de titel Het integratiedebat. Hij doet verslag van diverse parlementaire debatten over integratie-onderwerpen die hij heeft onderzocht. Hoewel hij het echte integratiedebat gevoerd ziet worden vanaf de roerige periode tussen grofweg 2001 en 2005, ligt volgens Mansvelt Beck het begin van dit debat in de verzuilde samenleving die Nederland tot in de jaren zestig is geweest. Vrijheid betekent dan dat je leeft naar eer en geweten van je eigen zuil, hetgeen Mansvelt Beck gewetensvrijheid noemt, wat onder het politiek liberalisme is te plaatsen. Na dit tijdperk groeit het individualisme en wordt vrijheid opgevat als individuele autonomie, te scharen onder liberaal culturalisme.

Hoewel de samenleving dan ontzuilt, wordt een nieuwe religieuze minderheid steeds zichtbaarder: de islam, vanaf 1991 een politiek thema. De aanslagen van 11 september 2001 hebben volgens Mansvelt Beck alles veranderd en de politieke debatten kenteren dan, wat het begin van het integratiedebat markeert. Mansvelt Beck concludeert dat hierin de twee genoemde opvattingen van vrijheid tegenover elkaar staan. In theorie zijn deze moeilijk verenigbaar, maar in de Nederlandse praktijk hebben beide hun waarde bewezen en allebei zijn ze nog actueel.

IMG_8472Ervaringen
Emiel Colthof, voorzitter van de commissie Integratie & Emancipatie van DWARS, GroenLinkse Jongeren; Peggy Wijntuin, gemeenteraadslid in Rotterdam voor de PvdA; een vertegenwoordiger van de Wiardi Beckman Stichting; en Ahmet Kaya en Nynke van der Veldt van Platform INS, praten hierna samen met Floris Mansvelt Beck over de ‘kunst van het samenleven’.

Dat het integratiedebat nog niet klaar is, zie je bij de gemeenteraadsverkiezingen, waar de vragen over de ‘kunst van het samenleven’ opnieuw terugkomen. Veel mensen lijken trouwens allergisch te zijn geworden voor het woord discriminatie. Binnen verschillende organisaties wordt nagedacht hoe desondanks op een goede manier de problemen met discriminatie en diversiteit onder de aandacht te houden. Diversiteit behandelt niet alleen multiculturaliteit, maar ook vrouwen, jongeren, leeftijdsgroepen, werkplekken enzovoort.

Het verrast dat tweede en derde generatie Surinaamse jongeren, schijnbaar zo’n vanzelfsprekend onderdeel van de Nederlandse cultuur, openstaan voor radicale uitspraken over racisme en discriminatie. Buiten onze waarneming blijkt het toch mis te gaan. Witte Nederlanders, die zich tekort gedaan en niet gerespecteerd voelen, overkomt iets vergelijkbaars. Woede, onzekerheid en frustratie zijn de gevolgen. Er bestaat een gevaar dat anderen dit wel waarnemen en er misbruik van maken. Politici hebben dit onvoldoende door.

Een andere invalshoek is de ‘kunst van het samenleven’ te beschouwen als kleinkunst. Het gaat dan over de manier waarop partners op dezelfde manier de wereld bezien, maar deze tegelijkertijd door de ogen van anderen moeten bekijken bij de opvoeding van hun kinderen. Hier kunnen parallellen met de grote ‘kunst van het samenleven’ worden getrokken. In de maatschappij wordt namelijk een bepaalde visie vaak als juist aangenomen, zonder de moeite te nemen om het door ogen van een ander te bekijken.IMG_8549

Hoop?
De deelnemers putten weinig hoop uit de huidige maatschappelijke situatie. Een positieve ontwikkeling die wel wordt gezien, is het streven naar een participatiemaatschappij, met minder individualisme en meer gemeenschapszin. Maar hoewel velen naar iets verbindends zoeken, is het de vraag of de sterk veranderde en individualistische maatschappij weer terugveranderd kan worden.

Al snel vervallen de deelnemers in het opnieuw benoemen van wat er niet goed gaat. Beeldvorming is zo’n probleem. Velen zien op macroniveau ‘buitenlanders’ als een bedreiging op basis van een beeld dat door de media is gevormd, maar in het persoonlijk leven is er vaak weinig aan de hand. Hiermee wordt niet ontkend dat er wel degelijk problemen bestaan. De slechtste manier om samen te leven is criminaliteit, een “vergiftiger van interetnische verhoudingen”.

Doen
Het benoemen van problemen is normaal gesproken de eerste stap naar het oplossen ervan. Bepaalde groepen migranten missen echter het zelfreinigend vermogen om criminaliteit op te lossen en zaken eerlijk te benoemen. Maar in de maatschappij is dit de afgelopen jaren in niet mis te verstane bewoordingen wel gebeurd. In die botsingen met elkaar, hebben we elkaar ook verkend, alhoewel respect hierbij vaak ver te zoeken was. Het is belangrijk dat men zich realiseert dat respect ontstaat wanneer je mét elkaar aan oplossingen werkt. Niet wanneer over de hoofden van mensen heen iets wordt geregeld.

IMG_8507De Nederlandse samenleving zal moeten leren genoegen te nemen met meer ‘morsigheid’ dan zij zich wellicht wenst. Misschien moet worden geaccepteerd dat niet alles in Nederland perfect geregeld hoeft te worden, dat niet alle problemen opgelost hoeven te worden. Wanneer men elkaar respecteert, moet de samenleving dit op kunnen vangen.

Tot slot
Eensgezind wordt deze bijeenkomst afgesloten, een bijeenkomst waarover iedereen positief is. Men vond het verhelderend, en ook nog eens gezellig.

Een eerste conclusie die na deze serie luncheons kan worden getrokken, is dat de formule van een gezamenlijke lunch met gedreven deskundigen, gevolgd door een lezing en gesprek in een ontspannen sfeer, een juiste manier is om open en constructief van gedachten te wisselen. Uitgebreidere verslagen van de vijf luncheons uit deze serie zullen worden gebundeld en op een nog nader te bepalen moment verschijnen.

 

Bettina J. Mulder
22 maart 2014

IMG_8435IMG_8443IMG_8446IMG_8515  IMG_8501 IMG_8481

 

 

 

‘De Kunst van het Samenleven’ werd tijdens de luncheon van 12 november bekeken vanuit een mediaperspectief. De deelnemers hadden uitgesproken, en geregeld tegengestelde, meningen, wat tot een energiek gesprek leidde.

Beeldvorming en diversiteit
Nadat er tijdens de lunch kennis met elkaar is gemaakt, begint, zoals gebruikelijk, de inleiding op het thema. Media-ethicus Huub Evers, voormalig lector aan de Fontys Hogeschool, houdt een lezing over beeldvorming en diversiteit in de media. Hij ziet de laatste tien jaar een verbreding in de benadering van het begrip diversiteit van etnische naar culturele diversiteit. Redacties streven ernaar een afspiegeling te zijn van de gehele samenleving.

Verder vertelt hij dat onderzoekers hebben geconcludeerd dat media het ontstaan en verspreiden van stereotypen over sociale groeperingen bevorderen. Dat ze bijdragen aan negatieve beeldvorming over, en zelfs een rol spelen bij discriminatie van allochtonen. Dit gebeurt door versimpeling en afstandelijke presentatie; door problematiseren en stigmatiseren; door aanbrenging van een wij-zij-deling op basis van etnische gronden; en tot slot door een slechte vertegenwoordiging van moslims in de media.

Ervaringen
Na de inleiding wordt verkend of, en hoe, de media de ‘Kunst van het Samenleven’ bevorderen. Maar dragen journalisten hiervoor eigenlijk wel verantwoordelijkheid? De deelnemers zijn het erover eens dat ze geen maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben voor het bevorderen van sociale cohesie. Journaliste Janny Groen van de Volkskrant stelt dat zij waarnemers zijn wier taak en verantwoordelijkheid het is te tonen wat er in de samenleving gebeurt, of te ontmaskeren wat niet waar is.

Maar beïnvloeden kan wel. Hakan Büyük, journalist bij Zaman Vandaag, wil in zijn stukken de overeenkomsten tussen bevolkingsgroepen benadrukken, in plaats van de verschillen. Hij is van mening dat ieder medium op zijn eigen manier met de ‘Kunst van het Samenleven’ moet kunnen omgaan. Bovendien is die voor iedereen anders. Journalist Peter Breedveld, de oprichter van het weblog Frontaal Naakt, vindt dat de diverse media tegenwoordig erg zijn gelijkgeschakeld. In deze mening staat hij alleen, maar hij krijgt meer bijval wanneer hij zegt dat, als het over allochtonen of moslims gaat, steeds dezelfde personen en deskundigen worden uitgenodigd in veelbekeken televisieprogramma’s als Pauw & Witteman. Volgens Breedveld een bewuste keuze, volgens Groen niet. Dit verschijnsel zie je bovendien bij alle onderwerpen, niet alleen wanneer het over allochtonen gaat. Maar iedereen vindt het wel jammer dat er, vooral op de televisie, een zekere eenvormigheid is ontstaan.

Dromen over een ideale situatie
Om tot een ideale situatie te komen, zal emancipatie van minderheden een belangrijke stap zijn. Meer allochtone jongeren zouden journalistiek moeten studeren en het oprichten van eigen media is een mogelijkheid, alhoewel hier ook weer het gevaar van segregatie aan kleeft. In de berichtgeving is het belangrijk dat de balans terugkeert tussen het wel signaleren van problemen in de multiculturele samenleving, en dit onvoldoende doen van problemen in de niet-allochtone gemeenschap. Naast een etnische benadering, zou het nieuws vaker vanuit meerdere perspectieven belicht moeten worden. En nodig eens Marokkaanse of Turkse deskundigen uit om hun visie te geven op bijvoorbeeld economische onderwerpen, in plaats van alleen op etnische. Evers vult aan dat de sociale media tegenwoordig een middel zijn om de balans te herstellen. Hierop wordt veel en snel mediakritiek geuit, en de redacties houden daar in toenemende mate rekening mee.

Hoe gaan we het in de praktijk brengen

Journalisten moeten zoveel mogelijk de realiteit beschrijven en streven naar objectiviteit. Breedveld mist in de media echter de ‘gewone moslim’, die niet afvallig is, of extremistisch. Hij ervaart dat zijn mening bij andere media niet welkom is en voelt zich door hen onterecht behandeld. Evers benadrukt dat het belangrijk is dit aan te kaarten, en geeft hiervoor diverse mogelijkheden. De laatste denkt ook dat er op de journalistieke opleidingen nog meer kennis bijgebracht kan worden over niet-westerse culturen. Maar uiteindelijk zien de deelnemers nauwelijks meer mogelijkheden dan wachten op de steeds hoger opgeleide jongste generaties van Turkse en Marokkaanse afkomst, op een grotere en daardoor invloedrijkere groep allochtonen, en op de groeiende invloed van sociale media.

Na deze bijeenkomst is het duidelijk dat media veel invloed hebben op de beeldvorming over allochtonen. De manier waarop deze invloed wordt aangewend is echter vaak onbevredigend. De deelnemers koesteren dan ook slechts voorzichtige dromen, maar de hoop hebben ze zeker niet verloren.

Bettina J. Mulder
19 november 2013


[nggallery id=90]

Op 6 mei organiseert Platform INS de derde luncheon. Deze keer zal de Kunst van het Samenleven vanuit het perspectief van religie en samenleving benaderd worden. Samen met Frans Wijsen, hoogleraar praktische religiewetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zullen de tafelgenoten met elkaar in gesprek gaan over de uitdagingen en mogelijkheden van het samenleven in multi-etnisch Nederland. De deelnemers aan deze expertmeeting zijn werkzaam bij een religieuze organisatie of richten zich in hun onderzoek op religie en samenleving.

‘De kunst van het samenleven’ vanuit pedagogisch perspectief

Tijdens de luncheon van 27 november werd ‘de kunst van het samenleven’ benaderd vanuit een pedagogisch perspectief. Na een gezamenlijke lunch wisselden verschillende professionals van gedachten over theorie, praktijk en dromen.

Inleiding
De inleiding wordt verzorgd door Trees Pels, bijzonder hoogleraar ‘Opvoeden in de multi-etnische stad’, aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en tevens onderzoeker bij het in Utrecht gevestigde Verwey-Jonker Instituut. Ze spreekt over wat opvoeders kunnen doen ten aanzien van de kunst van het samenleven en hanteert daarbij polarisatie als uitgangspunt. Hoewel polarisatie vaak als negatief wordt ervaren, kent het ook positieve kanten. Het kan mensen namelijk aanzetten tot innoveren, verzoening en transformatie. Pels heeft hiervan verschillende voorbeelden maar er zijn ook genoeg illustraties van het tegenovergestelde. Wanneer polarisatie mis gaat, kan dat niet alleen psychische, maar ook fysieke ziekte tot gevolg hebben, ook bij kinderen.

De praktijk
Jan Durk Tuinier, sociaal pedagoog bij Stichting Vredeseducatie Utrecht, werkt veel met jongeren in hun locatie het Fort van de Democratie. Vaak vinden hier felle discussies plaats, in de educatieve programma’s wordt soms bewust gepolariseerd. Op deze manier worden jongeren met hun vooroordelen geconfronteerd, maar ook met wat ze gemeenschappelijk hebben.

Gezinscoach Chakir Chaquer, van de Zuid-Hollandse organisatie voor maatschappelijk werk Kwadraad, stelt zich juist zo positief mogelijk op. Op deze manier streeft hij naar ontmoeting, zonder angst en wantrouwen. Hij ziet de samenleving als een rijke leeromgeving, zeker voor kinderen.

Ontmoeting is ook een heel belangrijk aspect voor Sjanie van Maanen. Zij is actief voor het project Veelkleurige Religies Rotterdam dat tot doel heeft mensen met verschillende religieuze achtergronden elkaar te laten ontmoeten. Maar ook toen zij in het verleden in het onderwijs werkte, was ontmoeting de manier om de achtergrond van een kind te leren kennen.

Dat ontmoeting belangrijk is, beaamt orthopedagoog Fatma Ağca, maar ouders moeten het dan wel toelaten. Zij trekken vaak een dikke muur om zich heen, waar niemand doorheen breekt.

Dromen
Een vast onderdeel van deze serie bijeenkomsten vormen de dromen. Wat zouden de deelnemers willen bereiken als er geen beperkingen waren?

Ahmet Kaya verricht sociaal psychologisch promotie-onderzoek aan de Radboud Universiteit en is vrijwilliger bij Platform INS. Hij denkt terug aan zijn eigen jeugd, waarin het bij zijn ouders altijd om hun kinderen draaide. Hij zou dan ook willen dat het kind weer een centralere plaats krijgt in het gezin.

Jan Durk Tuinier en Sjanie van Maanen zijn beide positief over de kansen van de droom van Chakir Chaquer. Die wil namelijk graag de jeugd leren omgaan met diversiteit, en negativiteit omkeren in positiviteit. Fatma Ağca zit op het zelfde spoor, want volgens haar is de kunst van het samenleven, het wegnemen van wantrouwen.

Een systeem gebaseerd op persoonlijke aandacht voor het kind, dat is de droom van Trees Pels. Het blijkt namelijk steeds weer dat jongeren in probleemsituaties de meeste steun vinden bij iemand die even rustig de tijd voor hen neemt, zonder ze te veroordelen.

Doen
Tijdens deze bijeenkomst zijn talloze inzichten, ervaringen, ideeën en dromen langsgekomen. Dagvoorzitter Iris Creemers van Platform INS is tot slot benieuwd wat hiervan als inspiratie door de deelnemers zal worden meegenomen naar hun eigen praktijk.

Chakir Chaquer en Jan Durk Tuinier gaan sleutelfiguren zoeken, die moeten dienen als rolmodel voor de nieuwe generatie. Een verrassend resultaat wordt bereikt wanneer Ahmet Kaya zich afvraagt of er vrijwillige partijen betrokken kunnen worden bij een betere voorbereiding van toekomstige generaties op het samenleven in multi-etnisch Nederland. Het blijkt dat Trees Pels vandaag via e-mail een vraag heeft ontvangen van een vrijwillige zelforganisatie die hierin juist zeer nadrukkelijk wil bijdragen. Er kan nauwelijks een toepasselijker afsluiting zijn van deze ontmoeting tussen experts uit onderzoek en praktijk, dan het bijeenbrengen van deze twee vragen.

Aan het eind van de serie luncheons over de kunst van het samenleven zullen uitgebreidere verslagen van de bijeenkomsten in één publicatie worden gebundeld.

Bettina J. Mulder
28 november 2012


Datum 27 november 2012
Spreker Prof.dr. Trees Pels
Locatie Platform INS, Rotterdam
Aantal deelnemers 8

 

[nggallery id=63]

‘De kunst van het samenleven’ vanuit de wijk

Het hoofdthema ‘de kunst van het samenleven’ van een serie van negen luncheons, werd op 13 november benaderd vanuit een wijkgericht perspectief. Professionals uit onderzoek, beleid en praktijk wisselden ervaringen, resultaten, maar ook hun dromen uit.

Inleiding
Ron van Wonderen, onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut, verzorgt deze middag de inleiding. Overzichtelijk vertelt hij over zijn onderzoeksproject Samenleven met verschillen. De aanleiding van dit onderzoek is het wegpesten door jongeren van bewoners uit de Amsterdamse Diamantbuurt. Dit vond plaats in 2007, maar inmiddels bestrijkt het project twintig wijken in de hoofdstad. Van Wonderen vertelt niet alleen over de oorzaken van spanningen in wijken, maar laat ook oplossingen en resultaten zien.

Ervaringen
De andere deelnemers geven aanvullingen op buurtproblemen. Zo wijst Walter Palm, senior beleidscoördinator op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op de jeugdwerkloosheid. Ook de zich terugtrekkende overheid en zorg brengen de wijken vaak in een lastig pakket. Hans Wielaard, manager gebiedsontwikkeling Zuid West Rotterdam bij woningcorporatie Havensteder, vult dit aan met het praktijkvoorbeeld van licht verstandelijk beperkte bewoners, die door verminderde zorg overlast veroorzaken.

De betrokkenheid van de professionals is bovendien lang niet altijd even groot. Marianne Martens, directeur van Thuis Op Straat (TOS), benadrukt bij sollicitaties altijd dat het niet om negen-tot-vijf-werk gaat. Verder geeft ze aan dat er veel winst is te halen, wanneer jongeren respect, waardering en verantwoordelijkheid krijgen. In Spangen (Rotterdam) zijn hiermee spectaculaire resultaten geboekt.

Mesut Dişli, aanwezig als vertegenwoordiger van de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) en van het Rotterdamse Kenniscentrum Diversiteit, noemt het succes van de Buurtvaders. Maar Ahmet Kaya, sociaal psycholoog en vrijwilliger bij Platform INS, ziet hier ook een minder positieve kant. Het komt voor dat sommige buurtvaders te autoritair worden.

Dromen
Soms is het belangrijk even te dromen dat er geen enkele beperking meer is. In dat geval zou er volgens Walter Palm voldoende werk zijn. “Voor iedereen, zonder discriminatie”, vult Mesut Dişli aan “en voldoende stageplekken”. Hij hoopt ook dat men zich gaat realiseren dat wat gezien wordt als overlast of criminaliteit door de jeugd, in feite vaak heel normaal jongerengedrag is. Marianne Martens sluit hier mooi op aan met haar droombeeld van een samenleving, waarin jongeren niet meer gestigmatiseerd worden. In een ideaalsituatie weten, volgens Ron van Wonderen, bewoners zelf wat ze moeten doen om hun buurtproblemen op te lossen. Hans Wielaard denkt bovendien dat mensen dan zelfstandig kunnen kiezen waar en hoe ze willen wonen, zonder gedwongen te worden door hun financiële situatie.

Doen
Dromen mogen we helaas maar even, het gaat uiteindelijk om de realiteit, om het doen. Woningcorporatie Havensteder, waar Hans Wielaard werkt, is bezig met een andere benadering van probleemgezinnen. In plaats van soms zeer veel hulpverleners die zich met één gezin bezighouden, wordt nu slechts één hulpverlener het aanspreekpunt, de ‘accounthouder’. SPIOR van Mesut Dişli is ook met een nieuw traject begonnen. Hierin begeleiden coaches steeds enkele jongeren in een niveau-2-opleiding.

Over en weer is er belangstelling voor elkaars projecten, zoals het door Ron van Wonderen ontwikkelde signaleringsinstrument. En men is het erover eens dat er teveel opleidingen worden aangeboden, die nauwelijks een beroepsperspectief hebben. Dagvoorzitter Iris Creemers vraagt zich af of er een soort ‘zinnigheidskeurmerk’ voor opleidingen zou moeten komen.

Kansen
Er zijn tijdens de luncheon heel wat problemen, maar ook veel kansen gepasseerd. Zelfs de crisis blijkt positieve kanten te hebben, want die maakt de mensen flexibeler en minder lui. Hans Wielaard sluit de middag dan ook af met een toepasselijke uitspraak: “Waar je struikelt, ligt je schat begraven”.

Aan het eind van de serie luncheons zullen uitgebreidere verslagen van de bijeenkomsten in één publicatie worden gebundeld.


Bettina J. Mulder
14 november 2012

 


Datum 13 november 2012
Spreker Ron van Wonderen (Verwey-Jonker Instituut)
Locatie Platform INS, Rochussenstraat 221 Rotterdam
Deelnemers 6

[nggallery id=64]