UITNODIGING BOEKLANCERING

  “Fethullah Gülen als een islamitische geleerde”
 
Vrije Universiteit, 12 september (19.00 inloop, START om 19.30 uur)
 

Het is een drukke zomer geweest met veel rumoer. Met de opmars van IS(IS) vroegen sommigen zich af hoe islamitische leiders op deze groep zouden reageren. Een zeer bekende islamitische geleerde, Fethullah Gülen, zei onlangs over IS(IS): 

Fethullah Gülen persbericht

“De wrede en onmenselijke acties van de terreurgroep IS (Islamitische Staat) schuilt zich achter een valse religieuze retoriek”

En: 

“Iedere aanval, onderdrukking of vervolging van minderheden of onschuldige burgers is in strijd met de principes van de Koran en de traditie van onze profeet, vrede zij met hem. Terrorisme is dé term die gebruikt moet worden om de acties van de IS te beschrijven.”

Deze afwijzing van terreur is niet nieuw voor Gülen. Een dag na 11 september 2001 zei hij namelijk in de Washington Post:

“Een terrorist kan geen moslim zijn, een moslim kan geen terrorist zijn” 

Andere, eerdere uitspraken van Gülen zijn onder andere:

“Er zijn genoeg moskeeën, bouw in plaats daarvan scholen”, “op afvalligheid staat GEEN doodstraf in de islam”, maar ook: “islam en democratie gaan samen.”

 

Dit zijn enkele uitspraken van de islamitische prediker Fethullah Gülen uit de jaren ’90 die hij vanaf zijn preekstoel maakte. Hoewel ruim twintig jaar gepasseerd is, blijft zijn boodschap vandaag de dag miljoenen moslims inspireren en de huidige brandhaarden op de wereld laten zien hoe actueel een boodschap als de zijne vandaag de dag blijft.

 

Maar hoe zit het dan met…

Dit doet enkele vragen rijzen, zoals:

    *  Had Gülen destijds water bij de wijn gedaan of is zijn boodschap in overeenstemming met de islam?

    *  Hoe diepgaand is zijn kennis en begrip van islam?

    *  Kan Gülens ideeën de mindset van moslims beïnvloeden?

    *  Hoe islamitisch is de Gulenbeweging?

Boeklancering

U bent van harte welkom bij de boeklancering* waarin op bovengenoemde én andere vragen ingegaan zal worden.

Boek 2014 Beheersing van kennis in moderne tijd, Fethullah Gulen als islamitische geleerde

* Deze boeklancering wordt georganiseerd rondom de Nederlandse vertaling van het boek BEHEERSING VAN KENNIS IN MODERNE TIJD: Fethullah Gülen als een islamitische geleerde’. De auteur, professor Ismail Albayrak, zal vanuit Australië komen om te spreken over zijn boek waarin wordt ingegaan op Gülens (theologische) kennis wat betreft de Koranische exegese (tafsir), profetische traditie (hadith), islamitisch recht (fiqh), islamitisch systematische theologie (kalam) en Sufisme (tasawwuf).

 

 

 

Datum: 12 september
Tijd: Inloop: 18.30 uur  19.00uur
Programma: 19.00 19.30 – 21.00 uur
Borrel: 21.00 – 21.30 uur
Locatie: Vrije Universiteit (Hoofdgebouw, Stoa zaal)
Adres: De Boelelaan 1105, Amsterdam
Routebeschrijving: Vanaf de hoofdingang van het Hoofdgebouw loopt u rechtsaf voor de Rendez VU langs richting de lift met de gele deur. Hier kunt u of met de lift of met de ernaast liggende trap naar de 2e etage. U loopt vervolgens de gang in en vindt de Stoa aan het eind van de gang rechts.

 

Aanmelden:

Uw aanmelding wordt op prijs gesteld in verband met voorbereidingen. U kunt zich aanmelden middels een (korte) email te sturen naar info@platformins.nl .

Wij stellen het zeer op prijs als u deze uitnodiging deelt met uw netwerk.

Breekpunt of bindmiddel

Naar aanleiding van het symposium over civil society en religie, wat de Dialoog Academie en Stichting Synthesis (Universiteit van Tilburg) in 2010 organiseerden, hebben zij de daar gestelde vragen verder in een boek uitgediept. Breekpunt of bindmiddel – religieus engagement in de civil society vormt een bondige samenvatting van het publieke debat over de invloed van religie op de huidige maatschappij, met vaak persoonlijke bijdragen van wetenschappers, politici en praktijkmensen. Wat zijn de kansen en de risico’s van religieus geïnspireerd maatschappelijk engagement in het hedendaagse Nederland? Hoe zijn christelijke en islamitische normen en waarden een bron van motivatie? In hoeverre dragen ‘identiteitsorganisaties’ bij aan de zorg en voorzieningen voor allen? Welke grenzen mag de overheid aan deze organisaties stellen en welke samenwerking is mogelijk voor publieke beleidsdoeleinden?

Prijs: € 18,50
ISBN: 978 90 211 4318 7
Omvang: 180 pagina’s
Uitvoering: Paperback

Bestellen
Het boek is te bestellen via Platform INS (info@platformins.nl), en is ook verkrijgbaar in de boekwinkel.

[social_share/]

 

[tabgroup]
[tab title=”Beschrijving”]

In Breekpunt of bindmiddel is zowel ruimte voor achtergronden, cijfers en de actuele stand van zaken ten aanzien van de christelijke en islamitische civil society in Nederland, als voor meer principiële stellingnames over de vrijheid van godsdienst. Daarnaast bespreekt een aantal wethouders hoe zij in hun gemeente omgaan met financiële en inhoudelijke samenwerking met identiteitsorganisaties, en laten vier van die organisaties zien hoe zij hun inspiratie vorm geven in hun werk voor de samenleving. Het boek bevat bijdragen van o.a. Paul Schnabel, Femke Halsema, André Rouvoet, Anton Zijderveld en diverse wethouders.

BREEKPUNT OF BINDMIDDEL
1. Inleiding – Gürkan Çelik, Iris Creemers en Paul Dekker

DEEL I Achtergronden
2. Burgermaatschappij en religie – enkele inleidende punten – Anton C. Zijderveld
3. Kerkelijkheid als bron van maatschappelijk engagement – Paul Dekker
4. Civil society en islamitisch engagement in Nederland – Gürkan Çelik

DEEL II Vrijheid van godsdienst
5. Over gewetensvrijheid – Femke Halsema
6. Confronteren is iets anders dan verbieden – André Rouvoet
7. Vrijheid, respect en beslissende basisregels – Achmed Baâdoud
8. Allah op de euro? – Eric van der Burg
9. De passer en de baan rondom de pin – Alaattin Erdal



DEEL III Lokaal beleid

10. Lokale subsidies voor activiteiten van levensbeschouwelijke organisaties – Maarten Davelaar
11. Ruimte voor eigen verantwoordelijkheid – Korrie Louwes
12. Gemeentelijke subsidies voor religieuze instellingen: vloeken in de liberale kerk of niet? – Wouter Kolff

DEEL IV Praktijkvoorbeelden  
13. Vrijwilligerswerk als hoogste uiting van geloof – Fatima Zahra Lachhab
14. Ieder mens een veilig bestaan – Edwin Ruigrok
15. Religieuze identiteit – motivatie voor participatie – Alper Alasag
16. Beginnen bij de samenleving verandert jezelf – Rudolf Setz
17. Nieuw geloven en vertrouwen in de burgermaatschappij – Paul Schnabel

“Er zit onmiskenbaar iets dubbels in de houding ten aanzien van het religieuze engagement in de civil society. Enerzijds heeft onderzoek keer op keer aangetoond dat religieus actieve mensen ook meer dan gemiddeld actief zijn in het vrijwilligerswerk, ook wanneer dat op zichzelf helemaal geen religieus karakter heeft en het zich ook niet richt op geloofsgenoten. Anderzijds is er toch steeds de zorg dat het om een subtiele vorm van zieltjeswinnerij gaat of dat voor de niet-religieuze inzet verworven subsidies langs een omweg toch ook weer gebruikt worden om de meer religieus getinte activiteiten te financieren.”
Paul Schnabel

Er is behoefte aan organisaties die een brug willen en kunnen slaan, die samenwerkingsverbanden aangaan met andersdenkenden, die werken aan oplossingen voor maatschappelijke tegenstellingen en spanningen. Het is belangrijk dat er saamhorigheid is in ons land, dat mensen waardering voor elkaar hebben, zich betrokken voelen en dat er sociale samenhang is. Dit is zó belangrijk, dat de overheid volgens ons hierin niet afzijdig mag blijven. Zij zou dit niet alleen met financiële bijdragen moeten ondersteunen, maar ook zelf actief betrokken dienen te worden. Dergelijk werk moet niet óndanks de overheid gebeuren, maar samen mét de overheid.”
Alper Alasağ
[/tab]
[tab title=”Booklaunch”]In bijzijn van mensen uit welzijnswerk, politiek en al dan niet religieuze maatschappelijke organisaties werd het boek Breekpunt of bindmiddel – religieus engagement in de civil society gepresenteerd. In totaal waren 10 van de 17 auteurs aanwezig.

Een tweetal bekende sprekers stond op het programma: André Rouvoet (voormalig minister van Jeugd en gezin, oud-fractievoorzitter van de ChristenUnie en sinds 1 januari 2012 voorzitter van Stichting Present Nederland – een van de in het boek besproken casussen); 
en Patrick van Schie (directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijke bureau ten behoeve van het liberalisme, dat gelieerd is aan de VVD). Hoewel de twee sprekers op het eerste gezicht sterk van elkaar verschilden (een christelijke politicus tegenover een seculiere historicus), bleken ze het verrassend vaak met elkaar eens.

André Rouvoet beet het spits af. In zijn speech benadrukte hij dat hij religie ziet als een bindmiddel, een inspiratie om actief te zijn in de samenleving. Hij betreurde het dat religieuze inspiratie vaak geproblematiseerd wordt, en dat er daardoor voorbij gegaan wordt aan alle positieve dingen die het oplevert. Kerken, moskee-organisaties en andere religieuze organisaties doen veel goed maatschappelijk werk, wat de samenleving geld bespaart.
Rouvoet stelde dat het voor velen een verrassing zal zijn dat hij, als christelijk politicus, voorstander is van de scheiding van kerk en staat. Wel nuanceerde hij deze stellingname met een citaat van Ghandi: ‘Wie geloof en politiek probeert te scheiden, heeft van beide niets begrepen.’ Lees meer »[/tab]
[/tabgroup]

Het proces tegen Gülen
. De naam van de islamitische intellectueel Gülen en zijn vrijwilligersbeweging (Hizmet) roept al jarenlang in binnen- en buitenland discussie op. Een discussie die in Turkije zelf uitmondde in een jarenlange juridische vervolging. De mensenrechtenactivist James C. Harrington (werkzaam bij The School of Law aan de University of Texas in Austin, USA) beschrijft in zijn boek “Worstelen met vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en democratie in Turkije. De politieke processen en de tijd van Fethullah Gülen” de methoden en technieken die de gevestigde orde in Turkije aanwendde om de persoon Fethullah Gülen en deze beweging aan te pakken. Zo begon in 2000 in Ankara het proces tegen Fethullah Gülen. Het begin van een langdurige zaak die pas in 2008 zou eindigen met vrijspraak voor deze Turkse geleerde.

Harrington geeft eerst in vogelvlucht inzicht in de recente Turkse geschiedenis om de historische achtergronden te kunnen duiden van de vraag waarom deze vreedzame beweging met zo’n felheid te maken heeft gehad. Vervolgens geeft hij een overzicht van de opzet en werkwijze van het Turkse rechtssysteem om de moeilijkheden en het kafkaëske karakter van de jarenlange rechtsgang aanschouwelijk te maken. In de beschuldigingen werd de Gülen-beweging enerzijds weggezet als een groep anti-nationalistische samenzweerders, die als spionnen voor de Amerikanen proberen de Turkse rechtsstaat te ondermijnen en anderzijds als islamitische infiltranten die steeds meer volgelingen op centrale plaatsen in de samenleving wegzetten om zodoende op enig moment alle macht te kunnen overnemen en een islamitische staat te vestigen. Twee nogal tegenstrijdige aantijgingen, maar in de Turkse samenleving, die sterk in twee kampen verdeeld is, een doeltreffende werkwijze. Voor elk wat wils.



Islamofobie en de Gülen-beweging
De werkwijze sloeg ook direct aan in andere landen. In augustus 2011 liet het Center for American Progress (een onafhankelijke denktank en onderzoeksinstelling) een opzienbarend rapport verschijnen onder de titel “Fear, Inc. The Roots of the Islamophobia Network in the USA”. Daarin wordt uitgebreid belicht op welke manieren inlichtingendiensten en hun geestverwanten de publieke opinie weten te manipuleren. Inclusief de enorme kapitaalstromen die deze diensten en personen blijkbaar ter beschikking staan om elk anti-islamitisch geluid van voldoende financiën te voorzien. Geld dat overigens niet binnen de Amerikaanse staatsgrenzen blijft circuleren, maar ook overvloedig richting West-Europa vloeit.

De invloed van deze kapitaalstromen en het communicatie-bombardement dat daaruit wordt gegenereerd is overweldigend en uiterst effectief. Zeker in een wereld die na de Twin Towers en het daadwerkelijke islamitische fundamentalisme en terrorisme erg bevattelijk is voor elk bericht met een nieuwe bedreiging uit islamitische hoek. Het rapport heet niet voor niets “Fear, Inc”. Voor de complete buitenstaander is het onmogelijk waar en onwaar van elkaar te scheiden; zelfs van degenen van wie men mag verwachten dat ze beter geïnformeerd zijn is het, mild geformuleerd, de vraag of zij zich ook niet te veel hebben laten manipuleren. Opvallend vaak wordt weer verwezen naar wat Turkse bronnen en rapporten melden.

Een paar Nederlandse voorbeelden. In januari 2009 geeft Anita Fähmel, raadslid voor Leefbaar Rotterdam, een dossier uit over de beweging, dat een opsomming geeft van haar pogingen om twee jaar lang de beweging in Nederland te verbieden. In december 2010 bepleit het SP-Kamerlid Sadet Karabulut dat alle overheidssteun aan instellingen die aan de Gülen-beweging zijn gelieerd, wordt stopgezet. Ze spreekt over: intimidatie van kinderen, streng Turks nationalisme, religieus fundamentalisme, vrouwonvriendelijkheid en gerichtheid tegen elke integratie. En nog in maart 2012 schrijft Arjen van der Ziel, correspondent van De Volkskrant, in een van zijn bijdragen over “de schimmige Gülen-beweging, die wordt geleid door de conservatieve Turkse moslimgeleerde Fethullah Gülen, die in ballingschap in de Verenigde Staten leeft. De beweging runt een wijdvertakt netwerk van scholen, bedrijven en media en heeft de laatste jaren steeds meer macht veroverd in Turkije. Gülen-aanhangers hebben inmiddels veel invloed binnen de politie en de rechterlijke macht en bezetten sleutelposities in de overheid. Ze proberen nu ook greep te krijgen op de inlichtingendienst.” Eerder had schrijfster en journaliste Betsy Udink zich in soortgelijke bewoordingen in dezelfde krant uitgelaten.

Alle machinaties waarvan de Gülen-beweging in Turkije last ondervindt en die Harrington in zijn boek bespreekt, zijn in deze voorbeelden terug te vinden. Lees het boek van Harrington en het kan niet anders dan dat u in het vervolg iets anders denkt over de berichtgeving, ook in de betere Nederlandse dagbladen en tv-rubrieken.



Waarom is men in Turkije zo bang voor de Gülen-beweging?

Harington toont overtuigend aan dat het proces vooral gezien moet worden als het resultaat van de strijd tussen twee rivaliserende kampen in Turkije.

Enerzijds is er de gevestigde orde die een kleine honderd jaar geleden met de revolutie van Kemal Atatürk aan de macht kwam. Hun macht concentreert zich sterk in de media, het leger, de politie en de inlichtingendiensten. Als basiskenmerk gold aanvankelijk een sterke oriëntatie op Europa. Begin vorige eeuw kwam dat tot uiting door de vervanging van het Arabische schrift door het Latijnse schrift, de invoering van een burgerlijk wetboek, een strikte scheiding tussen kerk en staat, invoering van de vrije zondag in plaats van de vrije (islamitische) vrijdag, invoering van algemeen kiesrecht, afschaffing van het kalifaat, ontbinding van de moslim-broederschappen, de verturksing van de gebeden in de moskee en invoering van bepaalde kledingsvoorschriften en -verboden. De elite uit dit kamp schroomde niet naar het middel van een staatsgreep te grijpen zodra de verworvenheden van de revolutie, en niet te vergeten hun eigen machtspositie, in gevaar kwamen.

Anderzijds is er het kamp dat streeft naar verdergaande democratisering, waarbij ook meer ruimte mogelijk is voor religie. Het eerste betekent al een flinke bedreiging voor een sociaal-economische machtspositie. Ook de sterk antireligieuze houding staat echter onder druk. Honderd jaar kemalistische revolutie heeft niet ongedaan gemaakt dat Turkije nog steeds een  overwegend islamitisch land is en dat mensen daaraan vrijelijk uiting willen geven. Op zichzelf voor het ancien régime al voldoende aanleiding deze ontwikkeling argwanend te bekijken. In een tijd dat het Midden-Oosten echter een turbulente periode doormaakt, wordt dat als zeer bedreigend gezien en wordt al snel gevreesd dat gaat gebeuren wat in enkele buurlanden is gebeurd of heel erg dreigt: afschaffing van de bovengenoemde verworvenheden. Om zichzelf te legitimeren wordt geroepen dat de regering een terugkeer naar een islamitische staat wil. Die roep is in Turkije zo goed als afwezig, maar wordt wel veelvuldig als serieuze bedreiging aangevoerd.

In essentie is het dus een tweestrijd waarbij het er om gaat te komen tot een voor iedereen acceptabele scheiding van kerk en staat. Een proces dat we in West-Europa ook niet zonder conflicten doorlopen hebben en dat overigens ook nog steeds niet overal als een gesloten hoofdstuk wordt beschouwd. De Gülen-beweging met zijn miljoenen goed opgeleide aanhangers en met al haar scholen, dialoog centra en media zit midden tussen deze twee kampen. Uit alles spreekt de wil de democratische verworvenheden te willen behouden en uit te bouwen, de overtuiging dat opleiding en dialoog de instrumenten zijn om vooruitgang de bewerkstelligen en ook de wens mensen de vrijheid te gunnen om uiting te geven aan hun religieuze gevoelens, hun culturele achtergrond en hun politieke gezindheid. Eigenlijk dus de ideale partij om als brug te dienen tussen beide partijen. Maar blijkbaar dus ook voor beide partijen een bedreiging.


Recensent:    Frans van den Muijsenberg

Van 26 t/m 29 april 2012 bezocht mensenrechtenadvocaat James C. Harrington Nederland. Hij deed dit in het kader van de Nederlandse vertaling van het boek “Worstelen met vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en democratie in Turkije – de politieke processen en de tijd van Fethullah Gülen”. Rondom zijn bezoek werd een aantal activiteiten georganiseerd.

Tijdens een bijeenkomst in Nieuwspoort gaf Harrington toelichting aan een aantal journalisten, juristen academici en vertegenwoordigers van civil society organisaties, en gaf antwoord op al hun vragen.


Over James C. Harrington
James C. Harrington is een mensenrechtenadvocaat met bijna veertig jaar ervaring. Hij is oprichter en directeur van het Texas Civil Rights Project. Hij doceert al vijfentwintig jaar aan The School of Law, University of Texas in Austin, VS. Harrington heeft belangrijke burgerrechten cases behandeld en schrijft en publiceert op grote schaal. Hij heeft gewerkt in mensenrechtendelegaties in verschillende gebieden van de wereld.

Bestellen
Het boek is te bestellen via Platform INS voor € 18,50 (excl. verzendkosten). Voor meer informatie of bestellen: info@platformins.nl


Datum:             28 april 2012
Spreker:        James Harrington
Locatie:            Nieuwspoort te Den Haag
Aantal deelnemers:    20

[nggallery id=40]

James Harrington* gaf een boekpresentatie in Rotterdam tijdens zijn bezoek aan Nederland, om de Nederlandse vertaling van zijn boek te promoten: “Worstelen met vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en democratie in Turkije – de politieke processen en de tijd van Fethullah Gülen”. Er waren ongeveer 150 belangstellenden aanwezig om het verhaal van Harrington te horen. Het publiek bestond uit een mix van jong en oud, zowel studenten als professionals.

Harrington startte de avond met een inhoudelijke samenvatting van het boek. 
Antropoloog en vredesactivist Hans Feddema** reflecteerde hierop en gaf zijn visie op de relatie tot de Nederlandse context. Na de twee presentaties was er de mogelijkheid voor het publiek om vragen te stellen aan beiden.

Harrington vertelde hoe hij als mensenrechtenactivist geïntegreerd was geraakt door het rechtsproces van Gülen dat in Turkije had plaatsgevonden. Volgens hem gaat het vooral over het spanningsveld tussen godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

In zijn onderzoek is Harrington een bijzonder fenomeen tegengekomen, dat hij omschrijft als de ‘witte Turken tegenover de zwarte Turken’. Hiermee bedoelt hij de gevestigde orde van de oudere generatie uit Istanbul en Ankara (witte Turken) versus de nieuw opkomende middenklasse uit het Anatolische gedeelte van Turkije (zwarte Turken). Hij geeft aan dat de ‘witte Turken’ geen macht en rijkdom willen delen met ‘zwarte Turken’. In deze machtsstrijd is er een lastercampagne gestart tegen Gülen om hem en de mensen die door hem geïnspireerd worden te stoppen om ook te stijgen in de maatschappij. Eén van de voorbeelden van de aanklachten tegen Gülen in het proces die Harrington hiervoor gaf was dat Gülen door middel van infiltratie in de politie meer macht en controle zou willen hebben in de staat. Harrington vergelijkt dit met politieagenten in Amerika die een katholieke achtergrond hebben. ‘Omdat zij een katholieke achtergrond hebben, betekent het toch ook niet dat zij de Amerikaanse staat willen omverwerpen naar een katholieke staat’.

Volgens Harrington speelden mediamagnaten – oude garde behorend tot de ‘witte Turken’ – een grote rol bij het rechtsproces. Tijdens het proces werd vaak uitgegaan van uitspraken en artikelen in de media, waarbij helemaal geen feiten aangehaald werden. De media en de aanklagers speelden op het sentiment ‘waar rook is, is vuur’. Gülen werd aangeklaagd omdat hij het artikel 146 van het Turkse Wetboek van Strafrecht zou hebben overtreden. Dit artikel betekent dat het ‘strafbaar is om te proberen de seculiere constitutionele structuur van het land te vervangen door een systeem dat is gebaseerd op religie’ (Harrington 2012: 105). Gülen is hiervan diverse malen beschuldigd, maar ook iedere keer weer vrijgepleit door de Turkse gerechtshoven.

Harrington sloot zijn presentatie af met een citaat van Naom Chomsky over Turkije: ‘I know of no other country where leading writers, artists, journalists, academics and other intellectuals have compiled such an impressive record of bravery and integrity in condemning crimes of the state, and going beyond to engage in civil disobedience to try to bring oppression and violence to an end, facing and sometimes enduring severe repression, and then returning to the task.’ (From ‘Remembering Howard Zinn’, Resist Newsletter, maart-april 2010).

Vervolgens gaf Hans Feddema zijn visie op het boek. De kern van zijn speech 
spitste zich vooral toe op het gezegde dat ‘grote geesten argwaan oproepen, zeker als ze gestalte geven aan een beweging’. Dit is hoe hij de situatie ziet van wat zich in Turkije afgespeeld heeft en nog steeds afspeelt, maar ook hoe in Nederland aangekeken wordt tegen Gülen. De ideeën van Gülen worden door sommige mensen als storend of bedreigend gezien. Een van deze ideeën is het aangaan van dialoog met verschillende mensen. Deze dialoog heeft inmiddels veel bijgedragen aan de beeldvorming in Nederland over Turkije. Feddema gaf aan dat het ‘een must is voor iedereen in Nederland het boek van Harington te lezen’ om de huidige situatie in Turkije beter te begrijpen.

Deze aanbeveling  sluit ook aan bij de woorden die Michael E. Tigar (emeritus hoogleraar recht aan de Duke Law School en emeritus hoogleraar Recht aan de Rechtenuniversiteit in Washington) in het voorwoord schreef. Volgens hem heeft het boek van Harrington bijgedragen aan meer ‘inzicht en begrip’ voor wat er zich in Turkije heeft afgespeeld. Hij ziet een strijd tussen ‘de seculiere en religieuze elementen in Turkije’ en vindt dat Amerika hier veel lessen kan leren voor het eigen binnen- en buitenlandse beleid.

Tijdens de vraag- en antwoord-ronde werden diverse vragen gesteld, zowel aan Harrington als aan Feddema.

Zo was er een kritische vraag over de objectiviteit van Harrington bij het schrijven van zijn boek. Harrington gaf aan dat hij al 40 jaar actief is om mensenrechten wereldwijd onder de aandacht te brengen, waarbij hij ook talloze malen zijn eigen regering (VS) kritisch besproken heeft. Zijn aanpak bij het schrijven van dit boek was niet anders, hij zei te hopen dat zijn lange staat van dienst vertrouwen geeft over de kwaliteit van zijn werk. 
Daarnaast wordt volgens Harrington wat hij zegt onderschreven door vele prominente figuren in de VS. Hij vertelde dat hij opgroeide in een milieu waar islamkritiek hoogtij vierde en islam slechts geassocieerd werd met Iran. Turkije en de Turkse moslims kende men nog niet. Tegenwoordig heerst dat beeld nog steeds veel in VS, maar er komt verandering in. Vanuit zijn conservatieve thuisstaat Texas werden veel kennismakingsreizen naar Turkije georganiseerd. Duizenden bezochten Turkije en leerden daar de meer gematigde Turkse islam kennen. Toen op enig moment veel kritiek op de Gülen geïnspireerde scholen in Texas opkwam, hadden veel mensen, waaronder politici, vanuit eigen ervaring al een ander beeld. Zij legden de verwijten over de scholen naast zich neer en geloofden de negatieve verhalen niet. De scholen zijn door hun hoge kwaliteit nog steeds immens populair in Texas, met lange wachtlijsten van Amerikanen van alle achtergronden.

Aan Hans Feddema werd de vraag gesteld of hij overeenkomsten ziet tussen 
de lastercampagne tegen Gülen  in Turkije, zoals Harrington die beschrijft, en de situatie in Nederland. Volgens Feddema heeft de oude elite in Turkije veel contacten in Europa. Zij zijn in het westen het gezicht van Turkije voor vele media. Zij hebben daarom een sterke invloed op de publieke opinie, tevens over Gülen. Dat gebeurt volgens hem in zekere zin dus ook in Nederland.

Vervolgens stelde iemand uit de zaal een vraag over de huidige grondwet in Turkije. Harrington legde uit dat de huidige grondwet is geschreven door de generaals na de coup van 1980. Vandaag de dag is die grondwet nog steeds niet veranderd. “Echter heb ik geen ander land gekend dat binnen vijftien jaar zo’n democratische verandering meemaakte. Maar: de AK partij moet opschieten met het maken van een nieuwe grondwet, want ze blijven niet eeuwig aan de macht.”

Transparantie van de Gülenbeweging was een ander issue tijdens deze avond. Harrington gaf een voorbeeld over een ondernemer in Izmir (Turkije) die hem vertelde dat hij financieel steun verleende aan de bouw van een nieuw school in Nigeria, terwijl een andere ondernemer uit Izmir een initiatief in Ghana ondersteunde. Op zijn vraag wie bepaalde waar de hulp naar toe gaat, gaf de ondernemer aan dat zij daar in Izmir regelmatig onderling over overleggen. “Dat laat zien hoe het vrijwilligerswerk wordt voorgezet op een transparante manier en zonder de bemoeienis van een centrale figuur zoals dat vaak wordt voorgesteld.”

Hans Feddema sloot af  met een advies aan de aanhangers van de beweging: ‘Wees trots op de soefi gedachten van de beweging, wees jezelf en blijf de dialoog en educatie voorop stellen in je leven. Nederlanders zullen vroeg of laat de beweging als voorbeeld nemen.’

Bestellen
Het boek is te bestellen via Platform INS voor 18 euro 50 (excl. verzendkosten). Voor meer informatie of bestellen: info@platformins.nl

*Over James C. Harrington
James
C. Harrington is een mensenrechtenadvocaat met bijna veertig jaar ervaring. Hij is oprichter en directeur van het Texas Civil Rights Project. Hij doceert al vijfentwintig jaar aan The School of Law, University of Texas in Austin, VS. Harrington heeft belangrijke burgerrechten cases behandeld en schrijft en publiceert op grote schaal. Hij heeft gewerkt in mensenrechtendelegaties in verschillende gebieden van de wereld.

**Over Hans Feddema

Hans Feddema is antropoloog, oud-docent niet-westerse sociologie aan de VU en vredesactivist. Hij is medeoprichter van GroenLinks en initiatiefnemer van De Linker Wang, de landelijke religiewerkgroep van GroenLinks. Hij publiceert regelmatig (zie ook www.hansfeddema.nl).


Datum:                       27 april 2012
Spreker:                      James Harrington en Hans Feddema
Locatie:                      Rotterdam
Aantal deelnemers:    150

[nggallery id=41]